Ethiek 1

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Ethiek

2VWO

Wat hebben we in de vorige lessen besproken?

Vandaag

• Verschil descriptieve ethiek en normatieve ethiek
• Hoofdstroming 1: utilisme
• Huiswerk

Wat betekent ''descriptief''?

1. beschrijvend
2. voorschrijvend
3. vastgelegd
4. wettelijk

Descriptieve ethiek

• Beschrijvende ethiek
• Je bestudeert de ethiek zoals we die om ons heen zien en beschrijft die
• Wat wordt goed en slecht gevonden?

Wat betekent ''normatief''?

1. normaal
2. hoe het zou moeten zijn
3. standaard
4. wat de meerderheid vindt

Normatieve ethiek

• Een visie op ethiek die gebaseerd is op een ideaalbeeld
• Hoe het zou moeten zijn
• Bijvoorbeeld: wat vind jij goed en slecht?
• Of: wat vindt Aristoteles goed en slecht? 

Waar denk je aan bij het woord 'utilisme'/'utiliteit'?

Hoofdstroming 1: Utilisme

• Utility: nut
• Streven naar zoveel mogelijk geluk
• Pijn zoveel mogelijk vermijden
• Hoofdregel utilisme: the greatest happiness principle
• Bijbehorende filosofen: Jeremy Bentham & John Stuart Mill

De utilistische calculus

• Hoe weet je hoe je moet handelen?
• Bereken hoeveel geluk de handeling oplevert
• Bereken hoeveel pijn de handeling oplevert
• Hoeveelheid geluk - hoeveelheid pijn
• Positief getal? Goede handeling
• Negatief getal? Slechte handeling

Wat voor vragen of onduidelijkheden roept het utilisme bij jou op?

Huiswerk

• Pak je gemaakte huiswerk erbij
• Kijk naar de normen die je hebt opgesteld bij jouw gekozen waarden
• In hoeverre passen de door joAu opgestelde normen bij het utilisme? Beargumenteer.