3F tekstverbanden en signaalwoorden

Nederlands
Theorie (tekst)verbanden en signaalwoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Theorie (tekst)verbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Uitleg
Je gaat nu naar een filmpje luisteren en tussendoor beantwoord je de vragen.

Let op: je wordt alleen aanwezig gemeld als je actief meedoet tijdens deze interactieve les.

Slide 2 - Slide

6

Slide 3 - Video

00:00
Welke (tekst)verbanden ken je nog?

Slide 4 - Open question

01:01
Het regent, .... trek ik een regenpak aan.
Welk signaalwoord moet je gebruiken?
A
en
B
daarom
C
daardoor

Slide 5 - Quiz

01:38
Chronologisch tekstverband
Andere woorden zijn: tijdaangevend, tijdvolgorde

Slide 6 - Slide

01:47
Maak een zin met een opsommend tekstverband, bijv. van wat je graag eet.

Slide 7 - Open question

02:30
Je krijgt 10 euro als je geen onvoldoendes op je rapport hebt.
Wat is het signaalwoord?
A
10 euro
B
geen onvoldoendes
C
als
D
je rapport

Slide 8 - Quiz

02:45
Overzicht tekstverbanden
Een overzicht met alle tekstverbanden kun je vinden op Teams, bij 'bestanden' en dan eronder het mapje Lesmateriaal openen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, MAAR er klinken ook andere geluiden.
Welk tekstverband geeft 'maar' aan?
A
doel-middel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting

Slide 11 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. ZO kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud.
Welk tekstverband geeft 'zo' in de tweede zin aan?
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
reden of verklaring
D
toelichting of uitleg

Slide 12 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. OOK weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier WAARDOOR het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is.
Welk tekstverbanden geven 'ook' en 'waardoor' in de derde zin aan?
A
ook = opsomming waardoor = reden-verklaring
B
ook = tegenstelling waardoor = oorzaak-gevolg
C
ook = opsomming waardoor = oorzaak-gevolg
D
ook = toelichting of uitleg waardoor = vergelijking

Slide 13 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. Ook weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier waardoor het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is. Daarnaast kost het maken van een papieren beker tweeënhalf keer zo veel energie als een beker van piepschuim.
WELK SIGNAALWOORD VAN EEN OPSOMMING ZIE JE IN DE LAATSTE ZIN?
A
daarnaast
B
zo
C
er staat geen signaalwoord van een opsomming in
D
zo ... als

Slide 14 - Quiz

Kies de twee goede antwoorden.

Tekstverbanden...
A
... geven alinea's aan.
B
... geven het doel van een tekst aan.
C
... geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben.
D
... helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 15 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.
Kleine test
Voorbeeld
Tegenstelling
Oorzaak gevolg
Chronologie
daardoor
maar
neem nou
hoewel
eerst
onder andere
doordat
dat kwam door
vroeger
echter

Slide 16 - Drag question

[2] Het aantal fietsen blijft groeien – Nederland telde er in 2009 al 18 miljoen – en daarmee dreigt het ‘paard van de democratie’,  zoals de fiets wel genoemd wordt, aan zijn eigen succes ten onder te gaan: wegen raken ermee verstopt en parkeerplaatsen lijken er nooit genoeg. Ondanks miljoeneninvesteringen zal het tekort aan fietsparkeerplekken bij stations de komende tien jaar verdubbelen tot tweehonderdduizend. Een ‘fietsinfarct’ dreigt. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hebben beleidsmakers en belangengroepen al die jaren zitten slapen? 
Sleep de tekstverbanden naar het juiste signaalwoord, let op niet elk verband hoef je te gebruiken

opsommend
toelichtend
tegenstellend

Slide 17 - Drag question

Einde LessonUp!
Ga nu aan de slag in Taal Integraal.
Je werkt verder aan 'Mijn studieplan'.

Slide 18 - Slide