Maandag 25 maart

Maandag 25 maart
Welkom allemaal
Pak je werkblad en antwoorden erbij. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maandag 25 maart
Welkom allemaal
Pak je werkblad en antwoorden erbij. 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je leert het voltooid deelwoord (vd) spellen

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord vinden
Zijn huid is na een dagje zonnen behoorlijk verbrand.
Is het een persoonsvorm of een voltooid deelwoord?
Controleer:
Andere tijd of enkel- meervoud van maken 
Werkwoorden die veranderen zijn persoonsvormen. 
Anders is het een voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

voorbeeld
De webwinkel heeft beloofd dat mijn bestelling vandaag wordt verzonden.

De webwinkel had beloofd dat mijn bestelling vandaag werd verzonden.
De webwinkels hebben beloofd dat mijn bestelling vandaag wordt verzonden.

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord (vd) betekent: gebeurtenis is afgerond. 
Begint met ge-, her-, ver- of be- en is een deel van het werkwoordelijk gezegde. 
Er staat dan een vorm bij van hebben, zijn of worden:
- Haar moeder had haar uren eerder verwacht.
- De vloer was onder de troep bedolven.
- Chris werd bijna door de sneeuwbal geraakt.

Slide 5 - Slide

Sterke vd
Eindigt op -en
- strijken → Rick heeft zijn overhemd zelf gestreken.
- vinden → Yassin heeft die tas vorige week gevonden.

Geen -d of -t

Slide 6 - Slide

Zwakke vd
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op 
-d of -t:
- fietsen → De wielrenner heeft heel snel gefietst.
- tekenen → Joep heeft de wielrenner getekend.

't ex-fokschaap of verlengproef

Slide 7 - Slide

Verlengproef of 't ex-fokschaap
- Kim werd gebel… door de krant. 
De kat heeft de stof van de stoel kapot gekrab....
De olympische sporters werden gehuldi... op Schiphol. 

Slide 8 - Slide

Oefenen en nakijken
Maak opdracht 7a op je werkblad. 
We kijken het samen na. Ben je op de goede weg? Werk dan verder? Heb je hulp nodig? Doen dan mee op het bord.

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdr 7
1. d                    9. t
2. d                   10. t
3. t
4. d
5. t
6. d
7. t
8. d

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maak de oefeningen: is het een persoonsvorm of een voltooid deelwoord?
Werk verder in je boekje. 

Slide 11 - Slide