Herhaling schrijven trede 12

Wat is de vaste indeling van een zakelijke brief?
A
inleiding - slot - kern
B
slot - kern -inleiding
C
kern - inleiding - slot
D
inleiding - kern - slot
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is de vaste indeling van een zakelijke brief?
A
inleiding - slot - kern
B
slot - kern -inleiding
C
kern - inleiding - slot
D
inleiding - kern - slot

Slide 1 - Quiz

Welk gedeelte kan uit meerdere alinea's bestaan?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 2 - Quiz

Wat zet je bovenaan een zakelijke brief?
A
je eigen naam en adres
B
het adres van de persoon aan wie je de brief schrijft
C
de plaats en de datum
D
het onderwerp

Slide 3 - Quiz

Wat zet je na je eigen naam en adres in een zakelijke brief?
A
je eigen naam en adres
B
het adres van de persoon aan wie je de brief schrijft
C
de plaats en de datum
D
het onderwerp

Slide 4 - Quiz

Wat zet je na de plaats en de datum in een zakelijke brief?
A
je eigen naam en adres
B
het adres van de persoon aan wie je de brief schrijft
C
de plaats en de datum
D
het onderwerp

Slide 5 - Quiz

Wat zet je na het adres van de persoon aan wie je de brief schrijft in een zakelijke brief?
A
je eigen naam en adres
B
het adres van de persoon aan wie je de brief schrijft
C
de plaats en de datum
D
het onderwerp

Slide 6 - Quiz

Wat doe je in de afsluiting van een brief?
A
Je groet de lezer en schrijft daarna een komma, daaronder zet je je handtekening en nog een keer je naam.
B
Je zet alleen je naam onder de brief.
C
Je zet alleen een handtekening onder de brief.
D
Je groet alleen de lezer.

Slide 7 - Quiz

Waarom zijn er alinea's

Slide 8 - Open question

Wanneer begint een nieuwe alinea?
A
Als het niet meer over hetzelfde onderwerp gaat
B
Als het saai begint te worden
C
Als je een witregel ziet
D
Na een inspringing

Slide 9 - Quiz

Wanneer gebruik je aanhalingsteken? Geef een voorbeeld

Slide 10 - Open question

Wat zijn accenten? Geef een voorbeeld

Slide 11 - Open question