Ruiken en proeven
1 / 30
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
wat is een impuls
A
het bericht dat het zintuig heeft omgezet
B
de prikkel uit de omgeving
Slide 2 - Quiz
Wat is B?
A
Trommelholte
B
Het vlies/venster
C
Het trommelvlies
D
De gehoorbeentjes
Slide 3 - Quiz
Hoe noemen we de prikkel waar een zintuig speciaal gevoelig voor is.
A
zintuigelijke prikkel
B
zintuigelijke impuls
C
drempelwaarde
D
adequate prikkel
Slide 4 - Quiz
Waar of niet waar? De hoornlaag bestaat uit dode cellen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat is A?
A
De stijgbeugel
B
Het evenwichtsorgaan
C
Het aambeeld
D
De hamer
Slide 6 - Quiz
Nummer 5 is
A
Het netvlies
B
Het vaatvlies
C
De iris
D
De gele vlek
Slide 7 - Quiz
Geluidssterkte wordt weergeven in ...
A
Decibel
B
Watt
C
Herz
Slide 8 - Quiz
De bloedvaten liggen in
A
de opperhuid
B
de lederhuid
C
het onderhuids bindweefsel
Slide 9 - Quiz
Nummer 2 is
A
de lens
B
de pupil
C
het harde oogvlies
D
het hoornvlies
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
wat is een impuls
A
het bericht dat het zintuig heeft omgezet
B
de prikkel uit de omgeving
Slide 19 - Quiz
Wat is B?
A
Trommelholte
B
Het vlies/venster
C
Het trommelvlies
D
De gehoorbeentjes
Slide 20 - Quiz
Hoe noemen we de prikkel waar een zintuig speciaal gevoelig voor is.
A
zintuigelijke prikkel
B
zintuigelijke impuls
C
drempelwaarde
D
adequate prikkel
Slide 21 - Quiz
Wat is A?
A
De stijgbeugel
B
Het evenwichtsorgaan
C
Het aambeeld
D
De hamer
Slide 22 - Quiz
Nummer 5 is
A
Het netvlies
B
Het vaatvlies
C
De iris
D
De gele vlek
Slide 23 - Quiz
Nummer 2 is
A
de lens
B
de pupil
C
het harde oogvlies
D
het hoornvlies
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
0
