2M3 chapitre 5 bron G phrases-clés vraagwoorden oefenen, lezen

Lessonup.app
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lessonup.app

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen in het Frans:

Est-ce que ervoor of gewoon vraagteken erachter of vragend uitspreken. Tu fais du sport? Est-ce que tu fais du sport?

Of met een vraagwoord bijv: hoe = comment
Comment tu t'appelles?

Geef na een vraag met tu altijd antwoord met "je..."

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Goed of fout?
Vraagwoorden en zinnen oefenen.
Blz. 26 tekstboek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voc C Bonne santé? 
- Oui, je suis jamais malade  
- Non, je ne suis pas en forme
Qu'est-ce que tu as? 
 > J'ai mal au ventre 
>  J'ai mal à la tête 
> j'ai 39 de fièvre 
> je ne peux rien manger 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Parler de sa santé p 34
Tu es en bonne santé? - Oui, je ne suis jamais malade
                                                   
Tu fais de sport?  -Oui, je fais du foot 
                                     - Non, je ne fais pas du sport

Tu fais souvent du foot ? - Oui, Trois fois par semaine
Est-ce que tu manges bien? - Oui, je mange beaucoup de fruits

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

la tête
le ventre
le genou
le bras
l' oreille
la bouche
het oor
de arm
de knie
de buik
de mond
het hoofd

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

 Sleep de Franse woorden naar het passende plaatje
le bras
la fièvre
le coeur
les yeux
Aïe j'ai mal
la bouche

Slide 7 - Drag question

Sleep de Franse woorden naar het passende plaatje
Maar eerst ga ik de woorden voorlezen: L'heure, la passion, l'entrainement, gagner, un joueur, l'entraîneur, l'équipe. 

Remarque: Il faut que je lise d'abord les mots avant de lancer de sleep!
raak aan
beweeg
kijk
neem

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer heeft mevrouw Dubois een afspraak gemaakt bij de dokter?
A
gisteren
B
vorige week
C
vanochtend
D
maandag

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de arts waar mevrouw Dubois heen gaat?
A
Monsieur Bernard
B
Madame Élodie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw Dubois heeft last van haar hoofd en van haar .....
A
ogen
B
oren
C
benen
D
armen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang voelt mevrouw Dubois zich al ziek?
A
sinds gisteren
B
sinds twee dagen
C
sinds vandaag
D
sinds drie dagen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waar heeft mevrouw Dubois GÉÉN last van?
A
verstopte neus
B
moeheid
C
keelpijn
D
niezen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet mevrouw Dupois de medicijnen innemen?
A
2 x per dag
B
3 keer per week
C
3 keer per dag
D
2 keer per week

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk advies krijgt mevrouw Dubois NIET?
A
Veel water drinken
B
Rust houden
C
Gezond eten
D
Een paar dagen thuis blijven.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wordt de dokter boos?
A
Omdat mevrouw Dubois niet thuis wil blijven.
B
Omdat mevrouw Dubois geen medicijnen wil nemen.
C
Omdat mevrouw Dubois niet gelooft dat ze verkouden is.
D
Omdat mevrouw Dubois niet naar bed wil gaan.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw Dubois volgt de adviezen van haar dokter op.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wenst de dokter mevrouw Dubois beterschap?
A
Bon voyage!
B
Bon rétablissement!
C
Bonne route!
D
Bon appétit!

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions