1 kgt - chapitre 3 - herh bezittelijk voornaamwoord, kloktijden, avoir

PROGRAMME
  • Absentie
  • Phrases-clés
  • Herhalen kloktijden, être
  • Herhalen bezittelijke voornaamwoord
  • Au travail
Vrijdag SO Frans!
Bereid je goed voor op het SO.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

PROGRAMME
  • Absentie
  • Phrases-clés
  • Herhalen kloktijden, être
  • Herhalen bezittelijke voornaamwoord
  • Au travail
Vrijdag SO Frans!
Bereid je goed voor op het SO.

Slide 1 - Slide

Bonjour, comment tu t'appelles? Et tu es en quelle classe?

Slide 2 - Open question

Tu aimes la géographie?

Slide 3 - Open question

Quelle est ta matière préférée?

Slide 4 - Open question

Qui est ton prof de maths?

Slide 5 - Open question

Il est sévère?

Slide 6 - Open question

De kloktijden - les heures
Bladzijde 106 van je boek

Slide 7 - Slide

il est onze heures et demie
il est cinq heures et demie
il est deux heures et quart
il est dix heures moins le quart
het is kwart over twee
het is half zes
het is kwart voor tien
het is half twaalf

Slide 8 - Drag question

il est sept heures et quart
il est midi
il est sept heures moins le quart
il est minuit
het is kwart voor zeven
het is twaalf uur 's middags
het is twaalf uur 's nachts
het is kwart over zeven

Slide 9 - Drag question

Het werkwoord - être 
Bladzijde 131 van je boek

Slide 10 - Slide

Sleep de juiste vormen van être naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
vous
ils/elles
nous
tu
je
êtes
sommes
suis
sont
es
est

Slide 11 - Drag question

Het bezittelijk voornaamwoord
Bron H op bladzijde 131 van je boek

Slide 12 - Slide

Hoe zeg je ''mijn'' in het Frans?

Slide 13 - Mind map

Wanneer gebruik je ''mon''?
A
Als het bezit mannelijk is OF begint met een klinker (vrouwelijk enkelvoud)
B
Als het bezit vrouwelijk is
C
Als het bezit meervoudig is
D
Je gebruikt altijd ''mon''

Slide 14 - Quiz

Wanneer gebruik je ''ma''?
A
Als het bezit mannelijk is OF begint met een klinker (vrouwelijk enkelvoud)
B
Als het bezit vrouwelijk is
C
Als het bezit meervoudig is
D
Je gebruikt altijd ''ma''

Slide 15 - Quiz

Wanneer gebruik je ''mes''?
A
Als het bezit mannelijk is OF begint met een klinker (vrouwelijk enkelvoud)
B
Als het bezit vrouwelijk is
C
Als het bezit meervoudig is
D
Je gebruikt altijd ''ma''

Slide 16 - Quiz

Hoe zeg je ''jouw'' in het Frans?

Slide 17 - Mind map

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 18 - Slide

prof d'histoire
copains
copine
mon
mes 
ma

Slide 19 - Drag question

classe
agenda
devoirs
ses
son
sa

Slide 20 - Drag question

Où est (mijn) .... trousse?
A
Mon
B
Ma
C
Mes

Slide 21 - Quiz

Ce sont (jouw) .... livres?


A
ton
B
ta
C
tes

Slide 22 - Quiz

.... collège est à Lille?


A
ton
B
ta
C
tes

Slide 23 - Quiz

Voilà monsieur Bonaparte, c'est (mijn) .... prof d'histoire.




A
mon
B
ma
C
mes

Slide 24 - Quiz

Ce sont (jullie) .... parents?
A
votre
B
vos

Slide 25 - Quiz

Ik snap het bezittelijk vnw.
A
Oui
B
Non

Slide 26 - Quiz

Ik snap het werkwoord être
A
Oui
B
Non

Slide 27 - Quiz

Ik snap de kloktijden
A
Oui
B
Non

Slide 28 - Quiz

Voilà, (hun) .... notes.

A
leur
B
leurs

Slide 29 - Quiz

AU TRAVAIL/AAN HET WERK
Maken:
Bron H opdracht 32, 33 page 126-127


Klaar?
Maak een foto van je opdrachten en stuur dit naar mij via MS Teams!
Leren: vocabulaire F chapitre 3!

Slide 30 - Slide