On the next slide, write down as many words in English as you can think of when you look at this picture
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Look at the picture.
On the next slide, write down as many words in English as you can think of when you look at this picture
Slide 1 - Slide
Words to do with the picture
Slide 2 - Mind map
Instruction
On the next slides you will find some information about some of the words from box 4.
Slide 3 - Slide
villager
Je kent misschien al het woord village - dorpje. Dit is dus een bewoner van zo'n dorpje. De vertaling dorpeling is ook goed.
Slide 4 - Slide
poverty
Dit woord betekent armoede. Je kent misschien al het woord to be poor voor "arm zijn". Poor kun je niet voor armoede gebruiken omdat poverty een zelfstandig naamwoord is en poor een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 5 - Slide
discuss
Denk aan discussion.
Spelling, let op die twee s'en aan het einde van het woord!
Slide 6 - Slide
one day
Dit woord vertaal je niet letterlijk met een dag, maar hiermee wordt bedoeld "op een dag"
Bijvoorbeeld: I will be a doctor one day.
Slide 7 - Slide
tough
Deze is lastig met de spelling. Luister maar eens naar de verschillende uitspraken voor tough en though.
tough-though
Slide 8 - Slide
relative
Verwar dit woord niet met het Nederlandse relatief.
Je hebt het al eens eerder gehad en in dit hoofdstuk betekent het ook "familielid"
Slide 9 - Slide
unskilled
Unskilled betekent ongeschool. Iemand die dus geen opleiding heeft gehad. Je kunt ook skilled tegenkomen. Dat betekent dan dus geschoold. Je hebt dan wel een opleiding gehad.
Slide 10 - Slide
Now, let's practise!
Use the words to get to know them better! :)
Slide 11 - Slide
Find a picture for cotton
Slide 12 - Open question
Find a picture for attend school
Slide 13 - Open question
Find a picture for slum
Slide 14 - Open question
Find a picture for labourer
Slide 15 - Open question
labourer
Je mag ook laborer schrijven op je toets!
Slide 16 - Slide
Write an English sentence with the word take part in
Slide 17 - Open question
Write an English sentence with the word appreciate