DISK werkwoorden: zullen, willen, mogen, kunnen

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Grammatica

Pak een boek!

Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.

Ze leest vaak interessante boeken.

Je houdt van klassieke muziek.

Zij speelt graag met haar vrienden.

We gaan morgen naar het museum.

Hij moet morgen niet werken.

Zij heeft een mooie collectie schilderijen.

Ik ga op de bank televisie kijken.

User

Het verhaal gaat over...

Femmy, Sara en Alex

Grammatica DISK

werkwoorden:

kunnen, mogen, willen, zullen

Uit: van A tot Zin --> 1.3

klassikale uitleg + 

Opdracht voor  leerlingen op weg naar A1

Opdracht  voor leerlingen op weg naar A2

Van A tot Zin 

Doel :
Je vervoegt de werkwoorden

kunnen, mogen, willen en zullen

in de tegenwoordige tijd correct.

kunnen

de regels

.........jij dit pakket meenemen?

1. Kun
2. Kunt

.......u even wachten?

1. Kunt
2. Kun

Jij..........goed luisteren.

1. kan
2. kunt

mogen

de regels

.......wij ook een ijsje kopen?

1. Mag
2. Mogen

Ja, hoor dat ......

1. mogen
2. mag

willen

de regels

.......jij koffie?

1. Wilt
2. Wil

Peter...........niet naar school.

1. wil
2. wilt

zullen

de regels

......ik iets moois voor jou kopen?

1. Zal
2. Zul

Je.......je vergist hebben.

1. zal
2. zult

Vul de werkwoorden in:

zijn, hebben, willen, kunnen, zullen, mogen

Wat...........ik voor je doen?

1. mag
2. ben
3. wil
4. kan

.......jij een kopje koffie?

1. heb
2. ben
3. mag
4. wil

.........ik met je meegaan?

1. wil
2. zal
3. mag
4. kan

......je morgen tijd?

1. ben
2. zal
3. heb
4. kan

........jij autorijden?

1. kun
2. mag
3. wil
4. heb

Ik..........graag betalen.

1. kan
2. ben
3. wil
4. mag

Ik.........nog geen brommer.
Ik............. nog niet 16 jaar.

1. heb/ben
2. ben/heb
3. wil/heb
4. mag/zal

Ja, ik............bang voor de tandarts.

1. heb
2. mag
3. kan
4. ben

Nee, ik..........morgen niet!

1. mag
2. kan
3. wil
4. zal

Nee, ik.......nog geen rijbewijs.

1. ben
2. zal
3. mag
4. heb

Ik kan de werkwoorden
kunnen, mogen, willen en zullen
in de tegenwoordige tijd correct vervoegen.

0100

Huiswerk

Les 28,29,30 TT (check antwoorden)

Disk. 2.1 t/m 2.28 en 3.1  t/m 3.9

4.1 en 5.1 en 5.2

6.1 t/m 6.4 en 7.1 t/m 7.4