beeldspraak v/m/p

Mijn fietslampje weigerde dienst.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mijn fietslampje weigerde dienst.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 1 - Quiz

Met lood in zijn schoenen begon hij aan de wedstrijd.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 2 - Quiz

De nieuwe apps gaan als zoete broodjes over de toonbank.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor

Slide 3 - Quiz

Het peloton bereikt eindelijk de voet van de berg.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 4 - Quiz

De politiecommissaris, die betrapt was met drank op achter het stuur, trok het boetekleed aan.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 5 - Quiz

Hoge bomen vangen veel wind.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor

Slide 6 - Quiz

‘Hij sprak haar wonderwoorden, zelfs het gras luisterde mee.’
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 7 - Quiz

Ik kan mijn huiswerk echt niet maken in die zwijnenstal!
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 8 - Quiz

Beelspraak is altijd
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn nooit / vaak metaforen.
A
vaak
B
nooit

Slide 10 - Quiz

Wat moet er op de puntjes staan?
Een vergelijking bevat altijd een …... en een …....

Slide 11 - Open question

In de herfst van haar leven nam mijn oma nog rijles.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor

Slide 12 - Quiz

Haar goede humeur verdween als sneeuw voor de zon toen zij haar cijfer terugkreeg.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 13 - Quiz

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 14 - Quiz

De docent zat tijdens het proefwerk mistig voor zich uit te kijken.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor

Slide 15 - Quiz

De kamers in de jeugdherberg in Parijs leken wel een soort isoleercel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quiz

Toen hij dat geluid hoorde, greep de angst hem bij de keel.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 17 - Quiz

Lachen als een boer die kiespijn heeft.
A
vergelijking
B
personificatie
C
metafoor

Slide 18 - Quiz

Als verdwaalde schapen liepen ze door het land.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor

Slide 19 - Quiz

Mijn hart zei me het voorstel maar te accepteren.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 20 - Quiz

Hij voelde zich als een vis in het water.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 21 - Quiz

Na een snoeiharde trap van Van Persie vond de bal feilloos de rechterbovenhoek.
A
personificatie
B
vergelijking
C
metafoor

Slide 22 - Quiz

Het leven is een weg met kuilen en hobbels.
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 23 - Quiz

Het zand was als een vloerkleed.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 24 - Quiz