Past simple - irregular verbs

English today
March 25th, 2025
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English today
March 25th, 2025

Slide 1 - Slide

Agenda
  •  What to expect in period 4
  • grammar + words
  • practice 

Slide 2 - Slide

Periode 4 planning
Tijdens periode 4 hebben jullie 2 toetsen: 

  • Grammatica en woordjes van Unit 5 + 6: week 20 (2 weken na meivakantie)
  • Lees, luister, en schrijft toets tijdens toetsweek 4. 

Slide 3 - Slide

Today's grammar 
Past simple and irregular verbs. We already did this in period 1 and 2! What do you remember?

Today we will specifically focus on how to use the irregular verbs during the past simple. 

Slide 4 - Slide

Past simple 
Je gebruikt de past simple vorm als je het hebt over feiten, gewoonten etc. die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.

Je kan het gebruik van de Present Simple ook herkennen aan bepaalde signaalwoorden, zoals yesterday, last week, three days ago, in 2015, etc.


Slide 5 - Slide

Hoe maak je een past simple zin?
Je vormt de Past Simple door de stam van een werkwoord te pakken en daar –ed aan vast te plakken. Je gebruikt –ed alleen bij een positieve zin. Bij negatieve en vraagzinnen gebruik je "did (not)". Zie hieronder:

+ positieve zin: I walked to work yesterday 
- negatieve zin: I did not walk to work yesterday 
? vraag zin: Did I walk to work yesterday?

Slide 6 - Slide

Past simple (irregular verbs)
Normaal gesproken zou je voor past simple -ed aan het einde van het werkwoord toevoegen. Maar bij een onregelmatig werkwoord is dat niet het geval! 

Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die niet aan een vaste regel volgen. Ze hebben hun eigen regels! 


Slide 7 - Slide

Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden)
Kijk naar het blad dat ik heb uitgedeeld. Hier zie je de 50 meest gebruikt onregelmatige werkwoorden. Vandaag gaan we kijken naar de eerste twee rijen: "base form" en "past simple". 

Deze moet je uit je hoofd kennen voor de toets.

Slide 8 - Slide

Hoe maak je zinnen met de irregular verbs?
Bij een positieve zin gebruik je de past simple vorm van de onregelmatige werkwoorden. Bij negatieve en vraagzinnen gebruik je "did (not)" 

+ positieve zin: I ran to work last week. 
- negatieve zin: I did not run to work last week.
? vraag zin: Did I run to work last week?

Slide 9 - Slide

Look at the photo: What did he do?

Slide 10 - Slide

What did they do?

Slide 11 - Slide

What didn't he do? (let op! negatieve zin)

Slide 12 - Slide

Make a question about this photo (use an irregular verb)

Slide 13 - Slide

Now go to studygo.com/live

Slide 14 - Slide