ODT ML Klas 3B periode 4

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welke twee dingen staan er in de grondwet?

1. rechten van burgers regels voor burgers
2. rechten van burgers regels voor het regeren
3. rechten van het regeren regels voor burgers
4. regels voor regeren rechten van het regeren

Leg uit wat er wordt bedoeld met trias politica.

Wat is het verschil tussen de coalitie en de oppositie? Leg je antwoord uit, zodat ik weet wat beide begrippen betekenen.

Hieronder staan 4 uitspraken. Sleep de stroming naar de juiste uitspraak.

Euthanasie en abortus mogen nooit gepleegd worden.

“De bonussen voor topmanagers zijn een schande!”

'' Mensen die fraude plegen met hun uitkering moeten we harder aanpakken''

“Minder geld naar ontwikkelingshulp”

Sociaal-democraten

Sociaal-democraten

Christen-democraten

Christen-democraten

Liberalen

Liberalen

Leg uit wat het verschil is tussen actief en passief kiesrecht?

Welk recht hoort niet tot de controlerende taak van het Parlement

1. recht van interpellatie
2. vragenrecht
3. recht van initiatief
4. recht van budget

Welk begrip past bij de omschrijving?
'Kamer vraagt minister ter verantwoording.'

1. Vragenrecht
2. Recht van interpellatie
3. Enquêterecht
4. Recht van amendement

Welk begrip past bij de omschrijving?
'Zelf een wetsvoorstel maken'

1. Stemrecht
2. Recht van interpellatie
3. Recht van initiatief
4. Recht van amendement

Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?

1. Recht van interpellatie
2. Recht van amendement
3. Motierecht
4. Vragenrecht

Welke taak en welk recht worden hier benut door D66?

1. controlerende taak, recht van interpellatie
2. wetgevende taak, recht van amendement
3. wetgevende taak , recht van initiatief
4. controlerende taak, recht van initiatief

Welk recht hebben de Eerste en Tweede kamer beide?

1. Recht van amendement
2. Recht van initiatief
3. Recht van interpellatie
4. Recht van interendement

Wie doet wat?

Een belangrijke taak is het uitvoeren van het regeerakkoord.

Is verantwoordelijk voor het uitvoeren van wetten.

Is verantwoordelijk voor een deel van de taken van de minister.

Controleert de regering

Plaatst een hantekening onder alle aangenomen wetten.

Koning

Tweede Kamerlid

Staatssecretaris

Regering

Minister

Zet de stappen van het wetsvoorstel in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

6

Een land waar de rechten en plichten van burgers en van de overheid in een grondwet zijn vastgelegd en ook worden nageleefd, noem je een...

1. democratie
2. rechtsstaat
3. indirecte democratie
4. dictatuur

Links, rechts of midden?
Wij willen meer openbaar vervoer.

1. links
2. rechts
3. midden

Links, rechts of midden?
Wij willen het minimumloon verhogen.

1. links
2. rechts
3. midden

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'Wij reageren op veranderingen in de maatschappij met nieuwe maatregelen. De samenleving moet veranderen, de verhouding tussen de mensen moeten veranderen, meer gelijkwaardigheid. Wij willen actie.'

1. progressief links
2. conservatief rechts
3. christelijk midden

Welk begrippen horen er niet bij?

1. Miljoenennota & Prinsjesdag
2. Miljoenennota & Staten generaal
3. Troonrede & Koning Willem Alexander
4. Staten generaal & initiatiefrecht

Bij een indirecte democratie:

1. kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen.
2. stemt de bevolking zelf over elk besluit.
3. kiest de bevolking in een referendum de volksvertegenwoordigers.
4. nemen de kiezers en de volksvertegenwoordigers samen in een referendum de besluiten.

Een rechtse politieke partij wil zo veel mogelijk …………………. voor de burgers.
Welk woord of welke woorden kun je hier het beste invullen?

1. eigen verantwoordelijkheid.
2. regels.
3. een actieve overheid.
4. uitkeringen.

Sociaal democratie

Christen democratie

Liberalisme

Persoonlijke en economische vrijheid

Gelijkwaardigheid & solidariteit

Geloof en naastenliefde

Actieve overheid

Passieve overheid

Beperkte rol van de overheid

Het liberalisme vindt het vooral belangrijk dat:

1. het verschil tussen arm en rijk kleiner wordt.
2. burgers voldoende vrijheid moeten krijgen.
3. geld, macht en kennis eerlijk worden verdeeld.
4. in de samenleving naastenliefde een belangrijke waarde is.

De regering is het dagelijks bestuur van ons land. Wie zitten er in de regering?
1. De ministers.
2. De staatssecretarissen.
3. De leden van de Tweede Kamer.
4. De koning.

1. 1 en 3 zitten in de regering.
2. 1 en 4 zitten in de regering.
3. 2 en 3 zitten in de regering.
4. 2 en 4 zitten in de regering.

Wie is het staatshoofd van Nederland?

1. De koning.
2. De minister-president.
3. De staatssecretaris.
4. De voorzitter van de Tweede Kamer.

Sleep de machten naar de juiste zin. Sommige machten moet je twee keer gebruiken.

1. Hier kun je naartoe als je je gediscrimineerd voelt door de overheid. 

2. Beslissen over wetsvoorstellen

3. Moeten communiceren over nieuwe wetten zoals de verlaagde alchoholleeftijd.

4. Draagt de politie op om bijvoorbeeld meer te controleren op internetcriminaliteit

5. Controleren of de ministers hun werk wel goed uitvoeren.

Wetgevende macht

Wetgevende macht

Rechterlijke macht

Rechtelijke macht

Uitvoerende macht

Uitvoerende macht

Hieronder staan 4 uitspraken. Sleep de stroming naar de juiste uitspraak.

Drugsverslaafden zijn medemensen in nood: het is onze plicht hen uit naastenliefde te helpen.

De belasting moet niet teveel omhoog anders gaan bedrijven naar het buitenland.

'' We moeten de eerste klas in de trein afschaffen. Zo zijn er meer betaalbare zitplaatsen.''

Gezondheidszorg moet door bedrijven worden geregeld, niet door de overheid.

Sociaal-democraten

Sociaal-democraten

Christen-democraten

Christen-democraten

Liberalen

Liberalen

In ………………. staan de jaarlijkse inkomsten en uitgaven van ons
land voor volgend jaar. Welke woorden zijn weggelaten?

1. het regeerakkoord.
2. de troonrede.
3. de miljoenennota.
4. de grondwet.

Waaruit bestaat het parlement?

1. De regering en het kabinet.
2. De Eerste Kamer en de koning.
3. De Eerste en Tweede Kamer.
4. De ministers en staatssecretarissen

De leden van de Provinciale Staten kiezen:

1. de ministers van de regering.
2. het parlement.
3. de leden van de Eerste Kamer.
4. de burgemeesters van de gemeenten in de provincie.

Een rechtsstaat is een land waar:

1. de rechters de belangrijkste beslissingen nemen.
2. de bevolking de eindbeslissing neemt over wetsvoorstellen.
3. de rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd.
4. het parlement de aangenomen wetten uitvoert.

Een volksstemming over een belangrijk onderwerp is

1. een indirecte democratie
2. een referendum
3. een Tweede Kamer verkiezing
4. een parlementaire democratie