B1: Verbranding

Biologie klas 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie klas 2

Slide 1 - Slide

Wat neem je mee?
-Biologie voor jou leerwerkboek A
- pen 
-potlood
 -goedgevulde etui
- laptop


Slide 2 - Slide

Regels
  1. Spullen voor elkaar anders 20 min nakomen. 
  2. Telefoon in de telefoon tas.
  3.  Als ik je uit de les stuur altijd bij mij terug komen na de les. (zorg dat je 5 min voor het einde van de les bij de deur wacht.)

Slide 3 - Slide

Verbranding

Slide 4 - Slide

Wat is zuurstof?

Slide 5 - Mind map

Wat is koolstofdioxide?

Slide 6 - Mind map

Zuurstof & koolstofdioxide
Bij een brandende kaars ontstaan licht en warmte. Dat zijn vormen van energie. Bij verbranding komt altijd energie vrij.

Bij verbranding ontstaan ook nieuwe stoffen. Als je een glas over een kaars zet, dan zie je water aan de binnenkant van het glas. Dat water ontstaat bij de verbranding.
Bij verbranding ontstaat nog een stof. Dat is koolstofdioxide. Koolstofdioxide is een gas in de lucht, net als zuurstof. Je kunt het niet zien en niet ruiken. Met een proefje kun je koolstofdioxide wel aantonen.


Slide 7 - Slide

Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Glucose

Slide 8 - Drag question

Wat is de brandstof bij een brandende kaars?

Slide 9 - Open question

Welk gas raakt op als de kaars uitgaat?

Slide 10 - Open question

Demonstratie Practicum
Goed kijken je moet hier zo een paar vragen over beantwoorden. 


Slide 11 - Slide

Wat is de indicator voor koolstofdioxide

Slide 12 - Open question

Welke twee stoffen ontstaan bij de verbranding van kaarsvet?

Slide 13 - Open question

Welke 2 vormen van energie komen er vrij bij deze verbranding.

Slide 14 - Open question

Energie
Ook in je lichaam vindt verbranding plaats. Bij de verbranding in je lichaam is er geen vuur. Wel is een brandstof nodig. Je lichaam gebruikt vooral glucose als brandstof. Glucose krijg je binnen met je voedsel. Het wordt gemaakt door planten bij de fotosynthese.

Bij de verbranding van glucose in je lichaam ontstaan water en koolstofdioxide. Ook komt energie vrij. Je lichaam gebruikt die energie, bijvoorbeeld om te bewegen en om warm te blijven (zie afbeelding 2). Alle organen in je lichaam hebben energie nodig. Je spieren bijvoorbeeld hebben energie nodig om te bewegen.

In elke cel van je lichaam vindt voortdurend verbranding plaats, dag en nacht. Zonder verbranding gaat een cel dood. Dat geldt niet alleen voor de cellen van een mens, maar voor alle cellen van alle organismen.

Slide 15 - Slide

In de cellen van organismen vindt verbranding plaats.
Welke brandstof gebruiken mensen vooral in hun lichaam?

Slide 16 - Open question

Bij verbranding in cellen komt energie vrij.
Waarvoor gebruikt je lichaam die energie?

Slide 17 - Open question

In de cellen van een organisme vindt verbranding ... plaats.
A
Meestal
B
Altijd
C
Soms
D
Nooit

Slide 18 - Quiz

Welke twee stoffen ontstaan bij verbranding?

Slide 19 - Open question

Vindt in je oog verbranding plaats? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open question

Inspanning
Hoe meer energie er nodig is.
- meer verbranding
-meer zuurstof -> sneller ademhalen
- meer glucose -> Meer voedsel nodig
- meer warmte -> zweten. 

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Krul zetten bij Opdracht 1 en 2.
Maken: 3, 5, 6, 7, 8

Slide 22 - Slide