OG Werkcollege 1, 2022-2023

Werkcollege Oude Geschiedenis
Dr. J.E. Glas, j.e.glas@rug.nl 
Werkgroep 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
CultuurwetenschappenWOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Werkcollege Oude Geschiedenis
Dr. J.E. Glas, j.e.glas@rug.nl 
Werkgroep 3

Slide 1 - Slide

Laat iets van jezelf zien! Een foto over jou, je vakantie, je hobby's ...

Slide 2 - Open question

Wie heeft hoofdstukken 1-3 en 5-7 van het handboek al gelezen?
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Welk van de onderstaande ontwikkelingen wordt niet geassocieerd met de neolithische revolutie?
A
De vervanging van stenen werktuigen door ijzeren
B
De introductie van irrigatielandbouw
C
Het ontstaan van sedentaire leefwijzen
D
De ontwikkeling van schrift

Slide 4 - Quiz

De vroegste voorbeelden van staatsvorming in de geschiedenis hangen direct samen met:

A
De neolithische revolutie
B
De introductie van irrigatielandbouw
C
Het ontstaan van sedentaire leefwijzen
D
De opkomst van de hoplietenfalanx

Slide 5 - Quiz

Het Lineair A werd gebruikt
A
Op het Griekse vasteland
B
In Egypte
C
Op Kreta
D
In de Phoenicische steden

Slide 6 - Quiz

De Babylonische oppergod heette
A
Ahura Mazda
B
JHWH
C
Nabu
D
Marduk

Slide 7 - Quiz

Welke achttiende-eeuwse Babylonische koning staat bekend als de opsteller van een belangrijk en zeer vroeg wetboek?
A
Sargon
B
Nebukadnessar II
C
Hammurabi
D
Assurbanipal

Slide 8 - Quiz

De macht van staten in het Nabije Oosten rond 1600 v.Chr. berustte op een nieuwe vinding, namelijk

A
De falanx
B
De deportatie-politiek
C
Kunstmatige irrigatie
D
De strijdwagen

Slide 9 - Quiz

Welke Egyptische farao voerde een monotheïstische cultus voor de zonnegod Aton in?

A
Ramses
B
Achnaton
C
Thutmosis
D
Tutanchamon

Slide 10 - Quiz

Uit welke periode dateert het Egyptische Nieuwe Rijk?

A
2600-2150 v.Chr.
B
2000-1800 v. Chr.
C
1800-1550 v.Chr.
D
1550-1100 v Chr.

Slide 11 - Quiz

Wat was de belangrijkste stad op Kreta tijdens de Minoïsche periode?

A
Mycenae
B
Thebe
C
Knossos
D
Troje

Slide 12 - Quiz

Het volgende kenmerk hoort niet bij een redistributie-economie:
A
Land als privé-eigendom van de koning
B
Gecentraliseerd herverdelingssysteem
C
Vrije internationale handel van goederen
D
Belasting in natura betaald middels landbouwoverschotten

Slide 13 - Quiz

Discussievraag
  • Groepen van max. 4 personen, 15 minuten
  • Neem een duidelijke positie in (ja of nee) en probeer deze positie te beargumenteren
  • Beschrijf na afloop van de discussie beknopt (bv. door gebruik van steekwoorden) je standpunt in de app, met verwijzing naar de gebruikte definitie(s) van globalisering

Slide 14 - Slide

Discussievraag
In het hoorcollege hebben wij - niet zonder aarzeling - de term "globalisering" gebruikt. We hebben enkele moderne geleerden gevolgd die globalisering een geschikte term vinden. Maar is dat wel zo? Is het een goed idee om dergelijke moderne termen te gebruiken om historische situaties en ontwikkelingen te beschrijven waarvoor ze niet bedoeld waren? Is dit een anachronisme dat een goed begrip in de weg staat, of een nuttig heuristisch hulpmiddel?

Zoek eens wat moderne definities en toepassingen van de globaliseringstheorie op. Komt de Late Bronstijd in aanmerking? Bedenk voor- en nadelen van het gebruik van het begrip globalisering, en wees bereid deze in de klas te bespreken


Slide 15 - Slide

Is globalisering een bruikbaar concept om de situatie van de Late Bronstijd te beschrijven en te analyseren?

Slide 16 - Open question