3B Zintuigen BS2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Basisstof 2

Vandaag...

Herhaling opdrachten vorige basisstof
Nieuwe uitleg BS2
Vragen over de nieuwe uitleg

Opdrachten maken

Bespreken opdracht 1 en 3

Ga naar je digitaal lesmateriaal en pak opdracht 1 eerst voor je.

Leerdoelen BS 2

• Je kunt de werking van de zintuigen in je huid, de reukzintuigen en de smaakzintuigen beschrijven.
• Je kunt aangeven waar ze liggen en wat de adequate prikkels zijn.
  

Voelen

Ruiken

Proeven

Deze zintuigcellen kunnen alleen zoet, zuur, bitter, zout & umami (hartig) onderscheiden.

Bij de andere smaken die je proeft, speelt het reukzintuig een belangrijke rol.

Dianne woont sinds kort naast een spoorlijn, in het begin had ze veel last van de trein...
Maar nu hoort ze hem bijna niet meer...

Hoe heet dit verschijnsel?

1. Adequate prikkel
2. Bewuste impuls
3. Gewenning
4. Drempelwaarde

Wanneer je met je vinger je telefoonscherm aanraakt gaat er via je zenuwen een signaal naar je hersenen...

Hoe noemen we dit signaal?

1. Prikkel
2. Impuls
3. Informatie
4. Touchscreen

pijnpunten komen overal voor in het lichaam
waar of niet waar

1. waar
2. niet waar

Hoe noemen we de adequate prikkel van het reukorgaan?

1. Parfum
2. Geur
3. Stank
4. Impuls

Waar in het lichaam wordt bepaald of je een geur vies of lekker vindt ruiken?

1. in de gevoelszenuw
2. in de neusholte
3. in het neusslijmvlies
4. in de hersenen

Iemands tastzintuig is stuk...

Welke opmerkingen zijn JUIST?

1. Ik kan geen pijn meer voelen
2. Ik voel alleen nog als ik iets hard aanraak
3. Ik voel wel nog of iets koud of warm is
4. Ik kan niet meer zweten

Waardoor komt het dat je soms na een paar minuten niet meer voelt dat het water warm of koud aanvoelt?

1. door gewenning
2. door zintuigcellen
3. door drukzintugen

Je kan 5 smaken proeven met je tong, wat proef je niet met je tong?

1. Vanille
2. Bitter
3. Umami
4. Zuur

Vier leerlingen doen een uitspraak over afbeelding 8.
Anja zegt dat in afbeelding 8 een deel van de tong is getekend.
Boris zegt dat in afbeelding 8 een deel van de huid is getekend.
Casper zegt dat P in afbeelding 8 een smaakknopje aangeeft.
Diane zegt dat P in afbeelding 8 een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk

1. Anja en Casper.
2. Anja en Diane.
3. Boris en Casper.
4. Boris en Diane.

Aan de slag!

LEZEN

blz 49 t/m 51

MAKEN

Opdrachten 

BS 2

KLAAR?

Test jezelf BS 1 maken