Tijdens deze reactie ontstaat er koolstofdioxide gas. Is dit een waarneming of conclusie?
A
Waarneming
B
Conclusie
Slide 4 - Quiz
Er ontstaan belletjes.
Is dit een waarneming of conclusie?
A
Waarneming
B
Conclusie
Slide 5 - Quiz
hieronder staan 4 uitspraken over cola. in welk geval is er sprake van een conclusie
A
cola is een donkerbruine vloeistof
B
cola is slecht voor je tanden
C
cola smaakt zoet
D
in cola zie je gasbelletjes
Slide 6 - Quiz
Welke conclusie kan je trekken uit het proefje waarbij je eerst peper op het watervlak strooide en daarna een druppel afwasmiddel in het midden liet vallen?
A
Peper zinkt in water
B
Peper kan goed mengen met zeep
C
Zeep lost op in water
D
Zeep spreidt zich uit op het grensvlak tussen water en lucht.
Slide 7 - Quiz
Is vorm een stofeigenschap?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
De koffie in de beker is 60 graden. Is dit een waarneming of een stofeigenschap.
A
Waarneming
B
Stofeigenschap
C
Waarneming en stofeigenschap
D
Geen waarneming, geen stofeigenschap
Slide 9 - Quiz
Is dichtheid een stofeigenschap
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Wat is geen stofeigenschap?
A
kleur
B
kookpunt
C
fase (vast, vloeibaar,gas)
D
volume
Slide 11 - Quiz
Wat is géén stofeigenschap?
A
Fase
B
Massa
C
Kleur
D
Smeltpunt
Slide 12 - Quiz
Wat is géén stofeigenschap ?
A
kleur
B
oplosbaarheid
C
dichtheid
D
gewicht
Slide 13 - Quiz
Wat voor mengsel is mayonaise?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 14 - Quiz
Is melk een mengsel of zuivere stof?
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 15 - Quiz
Een mengsel heeft een...
A
smelttraject
B
smeltpunt
Slide 16 - Quiz
Kraanwater is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 17 - Quiz
Is lucht een zuivere stof of een mengsel?
A
zuivere stof
B
mengsel
Slide 18 - Quiz
Wat is vers geperst sinaasappelsap
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Suspensie
D
Schuim
Slide 19 - Quiz
Een zuivere stof heeft een ...
A
kookpunt
B
Kooktraject
Slide 20 - Quiz
Is de smeltcurve hiernaast van een zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 21 - Quiz
Welke stelling is juist over het diagram hiernaast?
A
Smelten van een zuivere stof
B
Smelten van een mengsel
C
Stollen van een zuivere stof
D
Stollen van een mengsel
Slide 22 - Quiz
Bekijk de grafiek hiernaast. Is dit van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
C
Kun je niet zeggen
Slide 23 - Quiz
Welk mengsel is alcohol in water?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 24 - Quiz
Op het plaatje zie je ...........
A
Links een mengsel rechts een zuivere stof
B
Links een mengsel rechts een mengsel
C
Links een zuivere stof rechts een zuivere stof
D
Links een zuivere stof en rechts een mengsel
Slide 25 - Quiz
We zien hier het afkoelen van een gas. Welke fase heeft de stof bij 200graden cesius?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
mengsel
Slide 26 - Quiz
We herhalen het experiment hiernaast met 2x meer stof. Welke invloed heeft dit op het witte deel?
A
De grafiek komt hoger te liggen op temp-as
B
De grafiek komt lager te liggen op temp-as
C
het witte deel wordt korter in tijd
D
Het witte deel wordt langer in tijd
Slide 27 - Quiz
welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid
Slide 28 - Drag question
Bereken de dichtheid van het blokje in g/mL
Slide 29 - Open question
Een gouden ketting heeft een massa van 35 g. De dichtheid van goud is 19,3 g/cm3. Bereken het volume.
A
1,8 cm3
B
0,55 cm3
C
675,5 cm3
Slide 30 - Quiz
Ryanne heeft 150 mL verzadigde oplossing van keukenzout gemaakt. Bereken hoeveel keukenzout in 150 mL verzadigde oplossing aanwezig is. (oplosbaarheid zout: 359 g/L)
A
5,39 g
B
53,85 g
C
3,59 g
D
35,90 g
Slide 31 - Quiz
Wat betekent ADI-waarde van een stof?
A
Wanneer die stof schadelijk voor je is
B
Hoeveel gram je van die stof per dag mag innemen
C
Wat de Algemene Dagelijkse Inname van een stof is
D
Hoeveel je van die stof per kg lichaamsgewicht mag innemen
Slide 32 - Quiz
Een persoon van 70 kg krijgt 500 mg aspartaam binnen. Is de ADI-waarde van 40 mg/kg overschreden?