Waarom koop je dat?_3vmbo_1.2

Agenda
  • account aanmaken in lessonup.app + koppelen aan klas
  • terugblik paragraaf 1.1
  • leerdoelen paragraaf 1.2
  • uitleg paragraaf 1.2 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Agenda
  • account aanmaken in lessonup.app + koppelen aan klas
  • terugblik paragraaf 1.1
  • leerdoelen paragraaf 1.2
  • uitleg paragraaf 1.2 

Slide 1 - Slide

In welk rijtje staan alleen basisbehoeften?
timer
0:30
A
brood - fiets - tv
B
chocomel- t-shirt - rijtjeshuis
C
computer - spijkerbroek - appartement
D
dropjes - vruchtensap - winterjas

Slide 2 - Quiz

Welke van onderstaande beweringen is JUIST?
timer
0:30
A
Een marktkoopman die rozen inkoopt voor zijn markthandel = consument
B
Je consumeert als je een DVD koopt
C
Als je zelf je boodschappen doet, ben je bezig met zelfvoorziening

Slide 3 - Quiz

Ik koop voor mijzelf een cola voor 2,00 en voor 2 vrienden een sinas van 2,25 en een milkshake van 3,25 bij de Mac. Bereken de gemiddelde prijs van een consumptie.
NB je mag een rekenmachine gebruiken.
A
€ 2,5
B
€ 2,50
C
€ 2,30
D
€ 2.50

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen par 1.2
  • Je kunt in eigen woorden omschrijven waardoor mensen verschillende behoeften hebben.
  • Je kent het verschil tussen commerciële en ideële reclame en kan van beiden een voorbeeld geven.
  • Je kunt voorbeelden geven van reclamemedia.
  • Je kunt een percentage van een getal uitrekenen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

timer
1:00
Wat vind jij van de sluikreclame van de vloggers?

Slide 7 - Mind map

Noem een reclame die jij leuk vindt?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

timer
0:30
Wat heb je weleens gekocht door het kijken of lezen van een reclame?

Slide 9 - Mind map

Invloed op jouw keuzes
Sociale beïnvloeding:
De mensen met wie je veel omgaat, hebben invloed op wat je koopt.
Commerciële beïnvloeding:
De invloed van winkeliers en fabrikanten op wat jij koopt.

Slide 10 - Slide

Noem 3 manieren om
reclame te maken

Slide 11 - Mind map

Met procenten een getal berekenen via manier boek
Te berekenen aantal of bedrag = percentage ÷ 100 × totaal
Voorbeeld 
Een telefoonabonnement kost € 15 per maand. Je krijgt nu 30% korting. Bereken de korting.
Stap 1: De som is: 30% van € 15 = …
Stap 2: maak van het percentage een decimaal getal > deel door 100: berekening 30% = 30 ÷ 100 = 0,30 (of 0,3)
Stap 3: vermenigvuldig het decimale getal met het totaal 0,30 × € 15 = € 4,50

Slide 12 - Slide

Met procenten een getal berekenen via verhoudingstabel
Te berekenen aantal of bedrag = percentage ÷ 100 × totaal
Voorbeeld 
Een telefoonabonnement kost € 15 per maand. Je krijgt nu 30% korting. Bereken de korting via verhoudingstabel
Stap 1: De som is: 30% van € 15 = …
Stap 2:  Bereken 1%van € 15  > deel € 15 door 100 > 15:100= 0,15
berekening 30% = 30 ÷ 100 = 0,30 (of 0,3)
Stap 3: Bereken nu 30% > 0,15 x 30 = € 4,50

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag
  • lees de tekstvlakken met blauw ervoor van paragraaf 1.2.
  • Maak opgave 19 t/m 28 blz 15 e.v.
  • Klaar kijk de opgaven van par 1.1 en 1.2 na met andere kleur pen .
  • Klaar zet de nagekeken opgaven van par 1.1 en 1.2 met een tag in mijnschrift.nl. Maak daarvoor eerst een account en schrift aan op de site.

Slide 14 - Slide