6.2 Wind en luchtdruk

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Wind en luchtdruk

Hoofdstuk 6

Paragraaf 2

Planning

Leerdoelen

Uitleg

Oefenen

Je leert:

• hoe je de luchtdruk kunt meten;
• hoe wind ontstaat door verschil in luchtdruk;
• welke invloed luchtdruk heeft op het weer.  

Luchtdruk

De luchtdruk is de druk die de lucht uitoefent op alle voorwerpen. 

De luchtdruk werkt in alle richtingen.

Luchtdruk

Luchtdruk meet je met een barometer. 

Luchtdruk

Luchtdruk (p)

Dit meet je in hectopascal (hPa)    of bar. 

1000 hPa = 1000 mbar = 1 bar

Luchtdruk

De luchtdruk verandert per uur en per plaats. 

Een lagedrukgebied is een gebied waar de luchtdruk lager is dan de gebieden eromheen. 

Een lagedrukgebied zorgt voor bewolkt weer met neerslag.

Luchtdruk

De luchtdruk verandert per uur en per plaats. 

Een hogedrukgebied is een gebied waar de luchtdruk hoger is dan de gebieden eromheen. 

Een hogedrukgebied zorgt voor onbewolkt weer met zon. 

Opgaven

Hoofdstuk 6

Paragraaf 2

Blz. 125: 24, 26, 27, 29, 30 en 31
Klaar? Werk aan H6.3 alle opdrachten