alles = everything
kleren - clothes
ziet = sees
pakt = grabs
hoofd = head
kleedkamer - dressingroom
zet hem even op = put it on his head for a moment. Mooi = pretty/handsomheb je tijd voor me = do you have some time for me?
natuurlijk = of course!
we gaan = we are going
Ik ga even kijken, sint. = I’ll have a look
weg = gone
klaar? = ready?
Kamer = room
Ander = another
Keuken = kitchen
Ook niet = not there as well
Misschien = maybe
Slaapkamer = bedroom
nergens = nowhere
Pedro en Pietje Puk zijn pieten in het huis van sinterklaas.
Pedro is de assistent van Sinterklaas. Hij helpt sinterklaas met alles. Pedro is een grote piet. Hij is serieus. Hij is vijfentwintig jaar oud.
Pietje Puk is geen grote Piet. Hij is een heel kleine Piet. Het is een Pietje. Hij is 10 jaar oud.
Op een dag is Pietje Puk heel vervelend. Hij ziet de mijter van sinterklaas. Hij wil de mijter hebben. Hij pakt de mijter en hij zet de mijter even op zijn hoofd. Oh wat ben ik mooi! zegt hij!
In een andere kamer vraagt Sinterklaas aan Pedro: Heb je even tijd voor mij? Natuurljk! zegt Pedro. We gaan naar ISA en ik wil mijn mooie kleren hebben. Zijn ze klaar?
Ik ga even kijken sint, zegt Pedro. Hij gaat naar de kleedkamer om de kleren van Sinterklaas te pakken.
Maar dan is er een probleem: de mijter is weg! Oh nee! Wat een probleem! Hij is niet in de slaapkamer en niet in de keuken. De mijter is nergens!