5.03 t/m 5.04 Grammatica

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op blz. 256 met je schrift.


Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je een zin in zinsdelen verdelen;
- kun je de tot nu toe geleerde zinsdelen benoemen;
- kun je hoofd- en bijzinnen herkennen.

Slide 4 - Slide

Verdiept arrangement:
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Ihabe, Alex

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Dennis, Lynn, Niels, Ties, Jermaine, Shaqell, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Noah, Jara

Slide 5 - Slide

Mini-check
Quiz mee

Slide 6 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?

De docent heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd
A
De docent
B
de betekenis
C
het meewerkend voorwerp
D
mij

Slide 7 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren

Slide 8 - Quiz

Wat voor zinnen zijn dit?

Ik vind hoofdzinnen wel logisch maar bijzinnen zijn wat ingewikkelder.
A
twee hoofdzinnen
B
twee bijzinnen
C
één hoofdzin
D
één hoofdzin en één bijzin

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat:
Verdiept Arrangement en indien je alle vragen van de mini-check goed had kan het volgende maken.
les 5.3 t/m 5.4, opdr. 1 t/m 3 en 5 t/m 6 blz. 258 t/m 260.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Slide

4. Instructie

Slide 11 - Slide

Meewerkend voorwerp met 'aan'
- Een meewerkend voorwerp kan beginnen met 'aan' of 'voor', maar dat hoeft niet altijd. 
- Als 'aan' of 'voor' niet aan het meewerkend voorwerp voorafgaat, kan het vaak worden toegevoegd.
- Kun je bij het meewerkend voorwerp het voorzetsel aan niet weglaten, dan is het geen meewerkend voorwerp, maar een bijwoordelijke bepaling.

Slide 12 - Slide

Bijwoordelijke bepalingen


Een bijwoordelijke bepaling (bwb) kan in een zin staan, maar dat hoeft niet. Er kunnen ook meerdere bijwoordelijke bepalingen (bwb) in een zin staan.
Bijwoordelijke bepalingen (bwb) zijn makkelijk te vinden, we noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb. Bijwoordelijke bepalingen zijn vaak plaatsen of tijden, maar het kan van alles zijn. Let op dat je wel eerst alle andere stappen doorloopt, als laatste mag je pas de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!
Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.






Slide 13 - Slide

Hoofdzinnen en bijzinnen
Je weet al dat
  • enkelvoudige zinnen één persoonsvorm hebben;
  • samengestelde zinnen meer persoonsvormen hebben;
  • de hoofdzin het belangrijkste deel van de samengestelde zin is;
  • je de bijzin kunt weglaten, maar de hoofdzin niet.

Slide 14 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.3 t/m 5.4, opdr. 1 t/m 3 en 5 t/m 6 blz. 258 t/m 260.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Slide 15 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V, B, I: Lees en maak les 5.3 t/m 5.4, opdr. 1 t/m 3 en 5 t/m 6 blz. 258 t/m 260.
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 16 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 17 - Slide

Ik ken de verschillende zinsdelen en woordsoorten nu wel.
010

Slide 18 - Poll

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 19 - Slide