Democratie

Democratie
Paragraaf 6
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Democratie
Paragraaf 6

Slide 1 - Slide

Wat bedoelde Kant met vrijheid als postulaat?
A
Een noodzakelijke, maar niet te bewijzen vooronderstelling
B
Een illusie
C
Een verwachtingspatroon dat nooit volledige zekerheid kan bieden
D
Het wegvallen van de mogelijkheid tot verantwoordelijkheid

Slide 2 - Quiz

Waar past David Hume bij?
A
Vrijheid als postulaat
B
Streng determinisme
C
Gematigd determinisme
D
Absolute vrijheid

Slide 3 - Quiz

Welk voorbeeld gebruikt Sartre?
A
De vlieg in het Paleis van Versailles
B
De metafoor van de grot
C
De verloren zoon
D
Het verhaal van de soldaat

Slide 4 - Quiz

Wat houdt het schadebeginsel van John Stuart Mill in?
A
Je mag de vrijheid van een ander alleen beperken als hij/zij iemand schade wil toedoen
B
Het hebben van vrijheid houdt zonder meer in dat je iemand zult schaden
C
De overheid is de enige instantie die geoorloofd is om een ander schade toe te brengen
D
Strikvraag: het schadebeginsel hoort niet bij Mill, maar bij Berlin

Slide 5 - Quiz

Wat bedoeld Berlin met positieve vrijheid?
A
De ultieme vorm van vrijheid, de vrijheid die je het liefst wilt hebben
B
Vorm van vrijheid waarbij niemand schade wordt toegedaan.
C
Vrijheid die als het ware is ingevuld, vrij zijn om...
D
Vrijheid die je eigenlijk niet kunt bewijzen, maar waar je toch van uit moet gaan dat deze bestaat.

Slide 6 - Quiz

Welke uitleg past het best bij tolerantie?
A
Een vredelievende insteek hebben in het leven
B
Uitspraken van anderen goedkeuren, ongeacht de inhoud
C
Meningsverschillen met anderen dulden, uithouden of verdragen
D
De waarheid niet voor anderen invullen

Slide 7 - Quiz

Welke Nederlandse filosoof hield zich in de 17e eeuw bezig met tolerantie?
A
Voltaire
B
Spinoza
C
Erasmus
D
Bonifatius

Slide 8 - Quiz

Wat zei Spinoza over tolerantie?
A
Tolerantie is iets dat alleen in een ontwikkeld land kan plaatsvinden
B
Iedereen mag denken wat hij wil en dat ook uitspreken
C
Tolerantie is voor de zwakken
D
We moeten tolerant zijn tegen alle christenen

Slide 9 - Quiz

Wat is een in de lesstof genoemde moeilijkheid bij tolerantie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Moet je mensen beschermen als ze zichzelf willen schaden?
B
Is een democratie wel een goede regeringsvorm voor tolerantie?
C
Zijn mensen van nature wel tolerante wezens?
D
Moet je tolerant zijn tegen intolerante personen?

Slide 10 - Quiz

Par. 6 Democratie
  • Definitie: een regeringsstelsel waarbij het volk zichzelf regeert en waarin bij meerderheid van stemmen beslist wordt.

Slide 11 - Slide

6.1 Athene
  • De oorsprong van de democratie ligt in het klassieke Athene
  • Plato moest niets van de democratie weten: 'het maakt de politici als was in de handen van de bevolking'
  • Thucydides was een voorstander van de democratie, want iedereen mocht meebepalen. Dit zou er ook voor zorgen dat het volk wetsgetrouw was.

Slide 12 - Slide

6.2 Rechtstaat
  • Een grondwet beschermt de burgers tegen de macht van de overheid en andere instellingen.
  • Directe democratie: het volk stemt rechtstreeks over regeringszaken
  • Indirecte democratie: het stemmen gebeurt via gekozen volksvertekenwoordigers (ook wel een parlementaire democratie)

Slide 13 - Slide

Scheiding der machten (6.2)
1) de wetgevende macht 
koning + ministers + 1e kamer + 2e kamer
2) de rechtsprekende macht
de rechters
3) de uitvoerende macht
de regering, de provincies, de gemeente

Nederland is een constitutionele parlementaire monarchie.

Slide 14 - Slide

6.3 Verdediging
  • Met een meerderheid van stemmen zou een democratie de slag om de democratie zelf kunnen verliezen.
  • Daarom heeft een democratie een blijvend onderhoud nodig. 
  • Een democratie is geen ideale vorm van regeren, maar waarschijnlijk wel het beste idee dat we nu voorhanden hebben.
  • Populistische partijen laten de kwetsbare kant van de democratie zien. 

Slide 15 - Slide