Grondstoffen K2, blok 1+2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Grondstoffen

Energie en grondstoffen

blok 1 & 2 oefentoets

Gesloten vragen

1. Lees bron 1.
In welk soort landschap is veen ontstaan?

1. duinlandschap
2. heuvellandschap
3. moeraslandschap
4. zandlandschap

2. In welk rijtje staan de verschillende energiebronnen in de juiste tijdsvolgorde?

1. hout, turf, steenkool, aardgas
2. steenkool, turf, hout, aardgas
3. turf, hout, steenkool, aardgas
4. turf, steenkool, hout, aardgas

3. Bekijk bron 2.

3. Bekijk bron 2. Vergeleken met andere Europese landen had Engeland een voorsprong bij de industriële revolutie. Waardoor kwam dat? Er zijn meerdere antwoorden juist.

 

Juist

Onjuist

A. De Engelse bodem bevatte veel grondstoffen zoals ijzererts en steenkool.

B. De Engelsen waren beter geschoold dan inwoners van andere landen.

C. De Engelsen waren vóór de industriële revolutie al erg rijk.

D. Engeland had een gunstige ligging ten opzichte van andere landen.

E. Engeland had veel koloniën waar grondstoffen vandaan kwamen.

F. Engelse wetenschappers deden uitvindingen die de machines verbeterden.

Antwoorden:

1. fout

2. fout

3. fout

4. goed

5. goed

4. Welke producten zijn halffabricaten? Er zijn meerdere antwoorden juist.

Juist

Onjuist

A. automotor

B. iPhone

C. papier

D. schapenwol

E. staal

F. steenkool

Antwoorden:

1. fout

2. fout

3. fout

4. goed

5. goed

5. Bekijk bron 3.
Wat vervoerde men tijdens de industriële revolutie van Noord-Amerika naar Engeland?

1. eindproducten
2. grondstoffen
3. halffabricaten
4. luxegoederen

6. Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Begin met de oudste gebeurtenis.

A. kerosinemotoren om vliegtuigen te laten vliegen

B. paardenkracht om akkers te kunnen ploegen

C. stoommachines om treinen te laten rijden

D. waterkracht om graanmolens aan te drijven

E. zonnepanelen om elektriciteit op te wekken

Voor de industriële revolutie

Na de Industriële Revolutie

auto

fiets

boot

paard 

vliegtuig

tram

koets

wandelen

Het streven van vooral Europese landen in de negentiende en twintigste eeuw om hun land met koloniën uit te breiden noemen we:

1. de bedrijfskolom
2. de halffabricaat
3. het modern imperialisme
4. de vestigingsplaatsfactor

De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct en consument noemen we:

1. de bedrijfskolom
2. de halffabricaat
3. het modern imperialisme
4. de vestigingsplaatsfactor

Wat was het gevolg van die nieuwe uitvinding (stoommachines)?

1. Mensen verhuisden naar een kleiner dorp
2. Mensen gingen meer verdienen omdat ze met stoommachines werkten
3. Mensen trokken naar steden om in de fabrieken te werken

Turf is gedroogd veen. Al in de Middeleeuwen gebruikte men turf als brandstof. Het leverde een goed bestaan op. Turf werd ook wel ‘het bruine goud’ genoemd. Grote stukken van Nederland waren veengebieden.

In welk soort landschap is veen ontstaan?

1. duinlandschap
2. heuvellandschap
3. moeraslandschap
4. zandlandschap

Welke brandstof ontstaat als mensen veen laten drogen?

1. Bruinkool
2. Olie
3. Steenkool
4. Turf

Veen werd gehaald uit

1. kanalen
2. slootjes
3. de zee
4. een meer

Veengebieden in het westen van Nederland liggen .......

1. hoog
2. laag

Open vragen

Geef twee voorbeelden van schone energie.

Opdracht 1.
a. Door welke uitvinding begon de industriële revolutie?

Opdracht 1.
b. Waar begon de industriële revolutie?

Opdracht 1.
c. Waarom was de wetenschap belangrijk voor de industriële revolutie?

Opdracht 1.
d. Met welke grondstof werden de eerste stoommachines aangedreven?

Opdracht 2. Bekijk bron 10.
a. Leg uit hoe steenkool ontstaat.

Opdracht 2. Bekijk bron 10.
b. Leg uit waarom steenkool een fossiele brandstof is.

Opdracht 2. Bekijk bron 10.
c. Geef nog twee voorbeelden van fossiele brandstoffen.

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
a. Wat is turf?

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
b. Waarvoor werd turf gebruikt?

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
c. In welk deel van Nederland is deze foto gemaakt?

Opdracht 3. Bekijk bron 11.
d. Hoe is dit landschap ontstaan?

Opdracht 4.Bekijk bron 12.
a. Een fabriek staat nooit zomaar ergens. Welke vestigingsplaatsfactor is belangrijk voor de staalfabriek in deze bron?

Opdracht 4.Bekijk bron 12.
b. Waarom is deze factor erg belangrijk?

Opdracht 5. Lees bron 13.
a. Waarom is de vraag naar kobalt vooral in China erg groot?

Opdracht 5. Lees bron 13.
b. Kobalt wordt ook wel ‘het blauwe goud’ genoemd. Wat wordt daarmee bedoeld?

Opdracht 5. Lees bron 13.
c. Wie worden er wél rijk van de grondstoffen in Congo? Noem minimaal twee groepen.

Opdracht 6.
a. Noem drie redenen waarom de industriële revolutie in Nederland pas laat op gang kwam.

Opdracht 6.
b. Waar in Nederland stonden de eerste fabrieken met een stoommachine?

Opdracht 6.
c. Wat werd er gemaakt in die eerste fabrieken met een stoommachine in Nederland?