V5 les 9 Overlopende posten

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Begintaak

6 meerkeuze vragen 

Wie scoort 100%?

Rentekosten zijn:

1. uitgaven die geen kosten zijn.
2. vervelend.
3. kosten die ook uitgaven zijn.
4. kosten die geen uitgave zijn.

Wat behoort tot de kosten maar niet tot de uitgaven?

1. De aanschaf van een nieuwe bedrijfsauto
2. Het betalen van de energierekening
3. Een privé-opname
4. De afschrijving op inventaris

af te dragen BTW:

1. kosten
2. uitgaven
3. uitgaven die geen kosten zijn.
4. kosten die geen uitgave zijn.

Factuur ontvangen van schoonmaak-kosten van vorige maand
€ 300

1. Kosten
2. Uitgave
3. Beide

aflossing van een lening:

1. kosten
2. uitgaven
3. kosten die geen uitgave zijn
4. uitgaven die geen kosten zijn.

Je betaalt het telefoonabonnement vooruit.

1. Kosten
2. Uitgaven
3. Kosten en uitgaven

Overlopende posten

Programma

Huiswerk

Herhaling

Overlopende posten

Maken 3.44 en 3.46

Huiswerk

3.40 Jansen

3.40 Jansen

Huiswerk

3.42 De voorziening

Herhaling

Gebouwen

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquiditeiten

Inventaris

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquiditeiten

Machines

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquiditeiten

Vooruitbetaalde bedragen

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquiditeiten

Te vorderen Btw

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquiditeiten

Voorraad

1. Vaste activa
2. Vlottende activa
3. Liquiditeiten

Aandelenkapitaal

1. Eigen vermogen
2. Kort vreemd vermogen
3. Lang vreemd vermogen
4. Telt niet mee

Welke past hier niet tussen

1. bureaustoel
2. computer
3. kassa
4. kas

Pensioenvoorziening

1. Eigen vermogen
2. Vreemd vermogen

Hypotheek

1. Eigen vermogen
2. Kort vreemd vermogen
3. Lang vreemd vermogen
4. Telt niet mee

Vooruitontvangen bedragen

1. Eigen vermogen
2. Kort vreemd vermogen
3. Lang vreemd vermogen
4. Telt niet mee

Voorziening groot onderhoud

1. Eigen vermogen
2. Vreemd vermogen

Welke past hier niet tussen

1. bedrijfspand
2. computer
3. kassa
4. voorraad

Overlopende posten

Leerdoele n

1. Je kunt de vier overlopende posten (of: transitorische posten) op de juiste plek op de balans zetten.
   
2. Je kunt kosten op basis van gegeven uitgaven berekenen (en omgekeerd).
   
3. Je kunt opbrengsten op basis van gegeven ontvangsten berekenen (en omgekeerd).

Overlopende posten staan op de balans bij

1. activa en vlottende activa
2. vlottende activa en liquide middelen
3. vlottende activa en kort vreemd vermogen
4. geen van deze antwoorden is juist

Bereken het vooruitbetaalde bedrag op de balans per 1 mei 2019 (€ x.xxx,xx)

Bereken het vooruitbetaalde bedrag op de balans per 1 januari 2020 (€ x.xxx,xx)

Maken

3.44 Overlopende posten

3.46 Ronnie's klussen