Rekenen afronden

• Rekenen
• ISK
• Praktijkonderwijs

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Je rondt het getal af op de tientallen.
• je rondt het getal af op de honderdtallen.
• je rondt get getal af op de duizendtallen...

Afronden 

Getallen worden afgerond volgens vaste afspraken.

Een cijfer van 5 of hoger wordt naar boven afgerond.

Een cijfer lager dan een 5 wordt naar beneden afgerond.

Afronden

cijfers 0 1 2 3 4: naar beneden afronden. Er gebeurt niets met het cijfer. 

Voorbeeld: 21 afronden op tientallen. 

1.Waarop rond je af ?

(tientallen 2)

2.Kijk naar rechts     rond je naar boven of beneden of?

21 wordt 20. 

Afronden

Afronden op tientallen: 

84 wordt 80.

144 wordt 140.

5.672 wordt 5.670. 

afronden

Afronden op hondertallen: 

844 wordt ....

1.442 wordt ....

56.723 wordt .... 

Afronden

Afronden op duizendtallen: 

6.241 wordt .....

70.193 wordt .....

941.305 wordt .....

Rond 93 af op een tiental.

Rond 424 af op een tiental.

Rond 7368 af op een duizendtal.

Afronden

cijfer 5 6 7 8 9: naar boven afronden. Het cijfer dat je laat staan wordt 1 meer. 

afronden

56 afronden op tientallen wordt 60

839 afronden op tientallen wordt 840

773 afronden op hondertallen wordt 800

9.525.723 afronden op duizendtallen wordt 9.526.000

Rond 66 af op tientallen.

1. 60
2. 65
3. 70
4. 66

Rond 99 af op tientallen.

1. 100
2. 90
3. 99
4. 95

Rond 675 af op tientallen.

1. 600
2. 680
3. 670
4. 700

Rond 222 af op hondertallen.

1. 200
2. 220
3. 300
4. 222

Rond 1.015 af op hondertallen.

1. 1.000
2. 1.100
3. 1.015
4. 1.020

Rond 1.098.215 af op duizendtallen.

1. 1.099.000
2. 1.098.000
3. 1.100.000
4. 1.098.200