je leesboek (nog geen nieuwe=>QR-code volgend scherm)
je iPad (dicht)
je leerwerkboek deel b
je schrift/pen
Les 2
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Leg alvast klaar:
je leesboek (nog geen nieuwe=>QR-code volgend scherm)
je iPad (dicht)
je leerwerkboek deel b
je schrift/pen
Les 2
Slide 1 - Slide
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Planning
Wat weet je van reclame?
Opstarten tekst 3 pagina 27
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 3 - Slide
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame
Slide 4 - Quiz
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame
Slide 5 - Quiz
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame
Slide 6 - Quiz
A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame
Slide 7 - Quiz
Wat is het belangrijkste tekstdoel van reclame?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 8 - Quiz
Waaruit bestaat de lay-out van een reclameboodschap?
Slide 9 - Mind map
Reclame (p. 106)
Brengt een product, dienst of idee onder de aandacht.
Vaak combinatie van tekst en beeld.
- Opvallende opmaak: verdeling tekst over de pagina, lettertype en lettergrootte, gebruik van kleur
- Beeld kan een foto, plaatje of afbeelding zijn.
Slide 10 - Slide
Tekst 3 pagina 27
en lees de 1e zin van alle overige alinea's;
Slide 11 - Slide
Opdracht 6
Wat is het onderwerp van tekst 3?
Op welke vraag geeft de tekst waarschijnlijk antwoord?
In welke alinea lees je dat antwoord? Leg uit.
Welke tekstvorm heeft tekst 3? Leg uit.
Slide 12 - Slide
Artikel / uiteenzetting (1.3)
Informatieve tekst met vooral objectieve informatie.
De schrijver geeft uitleg over een onderwerp. (informeren)
verklaring van verschijnsel
antwoord op feitelijke vraag
oorzaken/gevolgen van een probleem
uitleg over resultaten van een onderzoek
Slide 13 - Slide
Maken
Maak van 4.3 lezen:
les 1: opdracht 6, 7, 8 en 9
in je leerwerkboek/schrift
Bespreken laatste 10 minuten
Slide 14 - Slide
Afsluiting
Volgende les verder met 'column'.
Slide 15 - Slide
Welkom!
Leg alvast klaar:
je leesboek (nog geen nieuwe=>QR-code volgend scherm)
je iPad (dicht)
je leerwerkboek deel b
je schrift/pen
Les 3
Slide 16 - Slide
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Planning
Wat weet je van columns?
Opstarten tekst 3 pagina 27
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 18 - Slide
Column?
Slide 19 - Slide
Column (p. 29)
Oorspronkelijk was een column een korte tekst van één kolom breed.
Korte geschreven of gesproken tekst op een vaste plaats.
Van dezelfde auteur.
Regelmatige basis.
Inhoud verschilt enorm.
Mening / tekstdoel: overtuigen/amuseren.
Slide 20 - Slide
Wie schrijven columns?
Bekende Nederlanders
Sommige schrijvers beginnen een column op het moment dat ze al beroemd zijn. Er zijn veel cabaretiers en schrijvers die een column hebben, zoals Özcan Akyol.
Columnisten
Er zijn ook columnschrijvers die juist vooral bekend zijn van hun columns. Hiernaast zie je Angela de Jong, zij schrijft voor het AD. Ze recenseert voornamelijk films en series.
Let op de typische 'ik-ben-een columnistpose"
Slide 21 - Slide
Maken
Maak van 4.3 lezen:
les 1: opdracht 6, 7, 8 en 9
les 2: opdracht 10 t/m 16 (10b: Akyol/Angela de Jong)
in je leerwerkboek/schrift
Bespreken laatste 10 minuten
Slide 22 - Slide
Afsluiting
Volgende les verder 5.3
Tekststructuren
Slide 23 - Slide
Welkom!
Leg alvast klaar:
je leesboek (nog geen nieuwe=>QR-code volgend scherm)
je iPad (dicht)
je leerwerkboek deel b
je schrift/pen
Les 4
Slide 24 - Slide
timer
10:00
Slide 25 - Slide
Planning
Herhalen tekststructuren (1.3)
Werkmoment
Toets bespreken
Jouw doel en hoe ga je dat bereiken?
Slide 26 - Slide
5.3 Leerdoelen (p. 106)
hoofdzaken bepalen met tekststructuren
samenvattingsopdrachten eindexamen
aanpak meerkeuzevragen
Slide 27 - Slide
Tekststructuren (p. 107)
verklaringsstructuur
voor- en nadelenstructuur
probleem-oplossingsstructuur
geen vaste structuur
Slide 28 - Slide
Verklaringsstructuur
Inleiding: Welk verschijnsel wordt behandeld?
Kern: Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?
Slot: Welke verklaring is het belangrijkst / meest waarschijnlijk?
Slide 29 - Slide
Voor- en nadelenstructuur
Inleiding: Wat wordt beoordeeld?
Kern: Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
Slot: Wat is de conclusie?
Slide 30 - Slide
Probleem-oplossingsstructuur
Inleiding: Wat is het probleem?
Kern: Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
Slot: Welke oplossing(en) noemt de tekst?
Slide 31 - Slide
Geen structuur
Wat is het onderwerp?
Wat zijn de deelonderwerpen en wat wordt erover gezegd?
Slide 32 - Slide
Tekstverbanden (p. 178)
Slide 33 - Slide
Maken
Maak van 4.3 lezen:
les 1: opdracht 6, 7, 8 en 9
les 2: opdracht 10 t/m 16 (10b: Akyol/Angela de Jong)
Maak van 5.3 lezen:
les 3: opdracht 1 en 2
in je leerwerkboek/schrift
Vragen laatste 10 minuten
Slide 34 - Slide
Wat is je doel voor de laatste periode voor Nederlands?