1Q - Periode 5 - Week 5

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bienvenue 1Q

Le programme d'aujourd'hui

Spreekronde Frans

Herkansing woordenschattoets

Bespreking v/d toets

Uitspraakpresentaties + werken aan teksten

Leerdoel: 

Ik kan me verstaanbaar maken bij leeftijdsgenoten en bij de dokter.

Cijfer van video les 1

Spreekronde

Naam

Leeftijd

Woonplaats

Lievelingssport 

Lievelingsfilm

VOCA CHECK

20 minuten

Klaar? 

Stil aan het werk

Inleveren

Mondeling in de les?

Voordelen?

Plus (mini-)traktatie

Voor ons duidelijker of je het beheerst, dus je kan het sneller halen :)

Minder gedoe met inleveren.

HET IS SNELLER KLAAR!

Au travail !

Afmaken script + leren!

Ondertussen: 

Uitspraakpresentaties :)

Presentatoren songfestival : 

Avez-vous encore des questions concernant la prononciation ? Ou ... ?

Lidwoorden

Noem de drie Nederlandse lidwoorden

Lidwoorden staan voor...

1. meewerkend voorwerp
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. lijdend voorwerp
4. zelfstandige naamwoorden

Bepaald lidwoord (de/het)

Mannelijk enkelvoud: le

Le sport (man. enk.) est fantastique.

Vrouwelijk enkelvoud: la

La piscine (vr. enk.) est chaude.

Meervoud: les

Les filles (mv. (vr.)) sont gentilles.

Le en la wordt --> l' 

Wanneer er een klinkerbotsing is 

De computer is zwart --> le ordinateur est noir --> l'ordinateur est noir.

Bij een stomme H

Het hotel is groot --> le hôtel est grand --> l'hôtel est grand.

Lidwoorden

Onbepaald lidwoord (een)

Mannelijk enkelvoud: un

Vrouwelijk enkelvoud: une

(Meervoud: des)

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?

1. le
2. la
3. des
4. un

Welke lidwoorden zijn voor vrouwelijk enkelvoud?

1. les
2. la
3. une
4. des

Welke lidwoorden geven aan dat een woord meervoud is?

1. les
2. un
3. des
4. l'

Kies uit: le, la,l' of les
J'ai un ordinateur. _____ ordinateur est beau

1. le
2. la
3. l'
4. les

Kies uit: le, la, l' of les
J'ai une piscine. ______ piscine est bleue

1. le
2. la
3. l'
4. les

Kies uit: le,la,l' of les
Pendant la crise _____ supermarchés sont fermés. (gesloten)

1. la
2. le
3. l'
4. les

Kies uit: un, une of des
J'ai _____ chat (m). Il s'appelle Rex.

1. un
2. une
3. des

Les devoirs

Week 6: Inleveren filmpje/ tekst/ MO