MCA WIS3H DT5 week 3 les 1 Rekenen met machten

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Doelen

• Je kan de betekenis van de begrippen uitleggen

• Je kent het verschil tussen een even macht en een oneven macht

• Je kan de rekenregels voor machten toepassen

• Je kent de rekenregels voor machten

Begrippen

machtsformule

even macht

oneven macht

Programma

Test

Bij elke les hoort een test. Als je deze maakt kan je zelf controleren of je de stof beheerst. Ook kan je docent zien hoe ver je bent met de stof. 

Deze les bevat de volgende onderdelen:

1. Machtsformules

2. Even en oneven machten

3. Uitleg rekenregels machten

Na deze les:

1. Kan je de vierde regel van de doelenbingo maken en nakijken (9-5)

2. Kan je de test maken van week 3 les 1. 

Wat is een macht?

1. Machtsformules

Eerst de basis! Zoek uit hoe je op je rekenmachine typt:

8​3​​

1. Machtsformules

Welke formule(s) is/zijn machtsformule(s)?

1. y=3x​8​​
2. y=123x​321​​
3. y=−3⋅5​x​​
4. y=4⋅−21​x​​

Hoe heten die andere formules?

2. Even en oneven machten

De basis: welke getal(len) zijn even?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

2. Even en oneven machten

2. Even en oneven machten

Waarom?? Probeer maar!

2. Even en oneven machten

Waarom?? Probeer maar!

x​3​​

x​4​​

getal kleiner dan 0 invullen

berekening

(−2)​3​​=

(−2)​4​​=

(−2)⋅(−2)⋅(−2)=−8

(−2)⋅(−2)⋅(−2)⋅(−2)=16

Huh?

In klas 1 heb je 'rekenen met negatieve getallen' geleerd.

negatief x negatief = positief

positief x negatief = negatief

negatief x positief = negatief

positief x positief = positief

dus:

negatief x negatief x negatief = 

positief x negatief = negatief

en:

negatief x negatief x negatief x negatief =

positief x negatief x negatief = negatief

positief x positief = positief

en zo door.......

Een negatief getal tot een oneven macht is dus altijd negatief, 

een negatief getal tot een even macht is dus altijd positief

2. Even en oneven machten

Waarom?? Probeer maar!

x​3​​

x​4​​

getal kleiner dan 0 invullen

berekening

(−2)​3​​=

(−2)​4​​=

(−2)⋅(−2)⋅(−2)=−8

(−2)⋅(−2)⋅(−2)⋅(−2)=16

Huh?

In klas 1 heb je 'rekenen met negatieve getallen' geleerd.

negatief x negatief = positief

positief x negatief = negatief

negatief x positief = negatief

positief x positief = positief

dus:

negatief x negatief x negatief = 

positief x negatief = negatief

en:

negatief x negatief x negatief x negatief =

positief x negatief x negatief = negatief

positief x positief = positief

en zo door.......

Een negatief getal tot een oneven macht is dus altijd negatief, 

een negatief getal tot een even macht is dus altijd positief

Gelijk checken of je het snapt? Maak opdracht 41

3. Rekenregels voor machten

Waarom??

3. Rekenregels voor machten

Waarom??

(a⋅b)​2​​=a⋅b⋅a⋅b=a⋅a⋅b⋅b=a​2​​⋅b​2​​

Dus is

(a⋅b)​3​​

1. ab​3​​
2. a​3​​+b​3​​
3. (a⋅b)​6​​
4. a​3​​⋅b​3​​

3. Rekenregels voor machten

want...

Delen door 0 is flauwekul

Waarom?!

Probeer deze maar eens uit te schrijven zoals het vorige voorbeeld. Of maak opdracht 43 uit je boek.

3.Uitleg rekenregels machten

Denk even terug aan de les over exponenten. Eigenlijk heb je daar dezelfde rekenregels gebruikt. 

Als je nog een keer rustig de uitleg wil volgen, kijk dan het volgende filmpje. 

Afsluiting

1. Je kan nu zelf de volgende opdrachten uit de doelenbingo maken:

2. Kijk jezelf streng na en verbeter

3. Maak de test op lesson-up om te checken of je deze stof beheerst. Je docent kan dan ook zien hoe ver je bent