This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Programme d'aujourd'hui
Révision du vocabulaire A et B
Parler
La Grammaire
Slide 1 - Slide
vies
A
dégoutant
B
marron
C
le poisson
D
bon
Slide 2 - Quiz
vanmiddag
A
ce soir
B
cet après-midi
C
ce matin
D
demain
Slide 3 - Quiz
soms
A
ensuite
B
plus tard
C
parfois
D
encore
Slide 4 - Quiz
samen
Slide 5 - Open question
hopen
Slide 6 - Open question
ik koop een ei
Slide 7 - Open question
C'est un restaurant.
Tu aimes ce restaurant?
Slide 8 - Slide
Ce sont des coissants
Tu aimes ces croissants?
Slide 9 - Slide
C'est une cuisine.
Tu aimes cette cuisine?
Slide 10 - Slide
Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze
Slide 11 - Quiz
Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord is...
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud
Ce
Cette
Ces
Cet
Slide 12 - Drag question
Donc...
Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc
Slide 13 - Slide
Stappenplan aanwijzend vnw [ aantekening!] deel 1
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord.
Staat het in het meervoud? --> gebruik CES
Stap 2: is het woord vrouwelijk? --> gebruik CETTE
Stap 3: Is het woord mannelijk maar begint met een klinker --> Gebruik CET
Anders gebruik je CE
Slide 14 - Slide
En nu even oefenen:
Slide 15 - Slide
sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux
Slide 16 - Drag question
_____ livre [un livre]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces
Slide 17 - Quiz
________ autographe [un autographe]
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet
Slide 18 - Quiz
______agenda [un agenda]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet
Slide 19 - Quiz
________ filles [une fille]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet
Slide 20 - Quiz
_______ billet [un billet]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet
Slide 21 - Quiz
______ soirée [une soirée]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces
Slide 22 - Quiz
garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces
Slide 23 - Quiz
_____ acteur [un acteur]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces
Slide 24 - Quiz
_______ émission (une émission)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce
Slide 25 - Quiz
________ magazine (un magazine)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces
Slide 26 - Quiz
______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces
Slide 27 - Quiz
________ dame
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces
Slide 28 - Quiz
chanteuses
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet
Slide 29 - Quiz
______ salade
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette
Slide 30 - Quiz
Devoirs
Fais les exercices 13 et 14 sur Grandes Lignes Online
Apprends le vocabulaire A et B (avec les phrases!)