What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
dag 2 donderdag
woordenschat: thema 1 kennismaken
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
woordenschat: thema 1 kennismaken
Slide 1 - Slide
dagelijks
iets wat elke dag gebeurt;
iets wat er elke dag is;
het moet altijd ongeveer hetzelfde zijn;
Zin: In klas 3c leren wij
dagelijks
nieuwe woorden.
Slide 2 - Slide
duidelijk
Iets wat je makkelijk kan begrijpen;
iets wat niet zo moeilijk is;
Zin: Deze les is voor mij
duidelijk
.
Zin: Het is
duidelijk
dat wij elke maandag en dinsdag sport hebben.
Slide 3 - Slide
dichtbij
op kleine afstand;
niet ver weg;
tegenstelling: veraf
zin: Hij hoeft niet lang te fietsen, hij woont
dichtbij
.
zin: Ik kan alleen lezen van
dichtbi
j en mijn bril is voor veraf
Slide 4 - Slide
inderdaad
dit woord gebruik je om te zeggen dat iets zo is;
dit woord gebruik je om te zeggen dat je dat ook vindt;
je zegt het als je het ermee eens bent;
Zin: Jij zegt dat je de Nederlandse taal moeilijk vindt. Dat is
inderdaad
moeilijk.
Zin: Heb jij je huiswerk gemaakt? Dat heb ik
inderdaad
gedaan!
Slide 5 - Slide
de interesse
aandacht voor iets hebben;
aandacht voor iemand hebben;
je wilt ergens meer van weten. Je wilt er meer informatie over.
zin: Ik heb
interesse
in techniek. Ik wil daar meer over leren.
Slide 6 - Slide
Maak de zin af:
Ik heb interesse in.......
Slide 7 - Open question
In welke zin wordt het woord
'dagelijks' goed gebruikt?
A
Elk jaar vieren wij Kerst op 25 en 26 december.
B
Elke maandag hebben wij sport.
C
1 keer per jaar is mijn verjaardag.
D
Elke dag moeten wij veel leren op school.
Slide 8 - Quiz
Hij houdt het boek erg
dichtbij.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
In welke zin wordt het woord
'inderdaad' goed gebruikt?
A
Wil je pizza? Nee, ik wil inderdaad pizza.
B
Wil je pizza? Misschien, ik wil inderdaad pizza.
C
Wil je pizza? Ja, ik wil inderdaad pizza.
Slide 10 - Quiz
Maak een zin met het woord:
duidelijk
Slide 11 - Open question
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Slide
De docent legt de les goed uit. Het is mij............ Ik begrijp alles.
Slide 13 - Open question
Bij klas 3C is de toilet........... Je hoeft niet ver te lopen.
Slide 14 - Open question
............... leren wij nieuwe woorden op school.
Slide 15 - Open question
Hebben wij op maandag sport? Ja, op maandag hebben wij ................. sport.
Slide 16 - Open question
Wat heeft jouw ............. Waar wil je meer over leren?
Slide 17 - Open question
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met één van de woorden.
dagelijks
dichtbij
duidelijk
inderdaad
interesse
Slide 18 - Slide
Begrijpend lezen
We kijken naar het journaal wat past bij de les:
We lezen samen de tekst:
Je maakt zelf de vragen:
We kijken samen de vragen na.
Slide 19 - Slide
More lessons like this
dag 2 donderdag
September 2023
- Lesson with
27 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Hebben en zijn
July 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs
Maandag 5 september 2022
August 2022
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Thema 1 les 3: IK MOET! Of mag ik?
July 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Lager onderwijs
maandag 31 oktober 2022
October 2022
- Lesson with
25 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2,3
maandag 10 oktober 2022
September 2022
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Schooltaalwoorden
March 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Maandag 26 september 2022
September 2022
- Lesson with
27 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2