Lifeguard

Lifeguard
1 / 50
next
Slide 1: Slide
Leisure Operationeel ManagementMBOStudiejaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Lifeguard

Slide 1 - Slide

Taken Lifeguard (H1)
  • Toezicht houden
  • Schoonmaken
  • Zwemwaterkwaliteit controle
  • EHBO
  • Gastheer/vrouw
  • Kwaliteit bewaken

Slide 2 - Slide

Preventie
Voorkomen van ongelukken
Voorbeelden:
- Niet rennen
- Lifeguard bij de toegang tot het bad
- Onbekende zwemmers aanspreken / informeren
- Geen "dump"-kinderen toelaten (ouders blijven verantwoordelijk voor kinderen)



Wetten / regels / plannen
  • Toezichtplan 
  • Nood- ontruimingsplan
  • Calamiteitenplan
  • WHVBZ / BHVBZ

Een Lifeguard moet:
1. preventief handelen
2. reddend handelen
3. representatief zijn.

Slide 3 - Slide

Soorten zwembaden (H2)
  1. Openbaar
  2. Semi-openbaar (camping/hotel)
  3. Therapiebaden (medisch)

Circulatiebaden -> zwemwater circuleert via een zuiveringsinstallatie

Slide 4 - Slide

Redenen om zwembad te bezoeken
  • Recreëren (ontspannen)
  • Leren (zwemles)
  • Ontmoeten
  • Gezondheid 
  • Presteren (sport)
Doelgroepactiviteit: een activiteit met een gediplomeerd zwembadmedewerker

foto: een semi openbaar zwembad (alleen voor hotelgasten)

Slide 5 - Slide

Doelgroepen met verhoogd risico
  • Dumpkinderen (zonder toezicht)
  • Volwassenen die kinderen lesgeven
  • Kinderen met drijfmiddelen
  • Zwemmers met beperkte zwemvaardigheden
  • Zwemmers met beperkte geestelijke / lichamelijke beperkingen
  • Zwemmers met een gezondheidskwaal
  • Baldadige zwemmers
  • Disco-zwemmers

Slide 6 - Slide

Het Toezichtplan (H3)
Een plan waarin duidelijk omschreven staat 1) HOE  en 2) DOOR WIE het toezicht wordt uitgeoefend.
Afhankelijk van het tijdstip in de week / bezoekersaantallen / bezoekers / programma / technische hulpmiddelen / ervaring zal de leidinggevende het toezicht indelen.
Denk ook aan:
Grootte van het bad , verlichting, reflectie van het water, geluid (drukte), ventilatie, warmte en vochtigheid, attracties (glijbanen, golven)

Slide 7 - Slide

(H4) Toezichthouden is:
  • Kijken
  • Luisteren
  • Ruiken
Lifeguard is verantwoordelijk voor de veiligheid van de gasten.
Moet daarom, preventief handelen en levensreddende handelingen uitvoeren (Zwemnmend redden en EHBO) 
Risico inventarisatie:
  • Entree en routing
  • Vorm van het zwembad
  • Waterdiepte
  • Natuurlijk daglicht (reflectie)
  • Glijbanen/ golven stroomversnellingen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Risicogedrag zwemmers
  • Vechten en pesten
  • onder en in het water duwen (aangifte)
  • Rennen
  • Acrobatische toeren
  • Spelen met bal
  • Zwemvliezen
  • Duikbrillen (glas)

Slide 10 - Slide

Positie, alertheid optreden lifeguard
  • 10 / 20 regel (umpire chair, stationair, mobiel)
  • Gesprekken voeren tijdens toezicht houden
  • Alertheid: foutieve standplaats, statisch (max 15-30 minuten) praten met gasten, collega's
Communicatiemiddelen
Handsignalen, fluit, omroepinstallatie, telefoon (vast, mobiel), noodzender, contact extern, camera's

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hoeveel lifeguards nodig?(H5)
Afhankelijk van:
  • soort bezoekers (leeftijd, ervaring)
  • openstelling van de aanwezige voorzieningen
  • gebruik van speelattributen / attracties
  • resulterende veiligheidsrisco's
Uitgangspunten:
Per bassin minstens 1 toezichthouder
Bevoegde vervanger (pauzes)
Per (open) attractie 1 extra toezichthouder
Ook bij ervaren zwemmers toezicht (hartfalen)

Slide 13 - Slide

Waterglijbanen
Individuele glijbaan (hellingshoek  max. 13%) ---------->????
Familieglijbaan (hellingshoek max. 35 %) ---> veel ongevallen!
Snelle waterglijbaan (opvang in skim out).
Risico's: Trappen / Treintje glijden / Water hoeveelheid tegenhouden --> sneller

Slide 14 - Slide

Andere faciliteiten / attracties
Whirlpool (bubbelbad)
Stroomversnelling
Wildwaterbaan
Springvoorzieningen (> 2 meter waterdiepte)
Golfslag
Waterkanon (krachtige waterstraal)
Loopmatten

Slide 15 - Slide

Loopmatten waterdiepte meer dan 1,40 meter
Waterkanon 

Slide 16 - Slide

Bedrijfsblindheid lifeguard
- GEVAREN -
Gladde vloertegels
Ontbreken diepteaanduiding
Ontbreken drijflijn (diep/ondiep)
Elektra bij bassin
Dreigend onweer (buitenbad)
Reflectie op water
Glas
Bassinafdekking
Beweegbare bodem
Stroomstoring (pomp / waterglijbaan)
Beklemming / vastzuiging (haren)-->schaar

Openings- en sluitingscontrole.
Functioneert alles naar behoren, toiletten-check, achterblijvers-gasten, controle attracties, glijbaan etc.

Slide 17 - Slide

Regels, plannen, protocollen en procedures (H6)

Slide 18 - Slide

Regels zijn afspraken, toegespitst op een bepaalde situatie
Huisregels - bij entree vd accommodatie accepteer je deze.
Wetten voor zwemgelegenheden (waterkwaliteit, hygiëne, toezicht, verantwoording etc.) WHVBZ
Protocol seksuele intimidatie / misbruik
BHV
Calamiteitenplan
Nood- en ontruimingsplan
Regelmatig oefenen (ontruiming, eigen vaardigheden etc.

Slide 19 - Slide

Lifeguard als gastheer (H7)
  • Veiligheid gaat boven gastvrijheid
  • Gesprek met gast (vriendelijk, kort en bondig/ ogen richting bassin / dicht bij de zwembadrand)
Gedragscode zwembadbranche (uitgave NPZ/NRZ) hulpmiddel voor de lifeguard

Klachten oplossen:
  1. Blijf vriendelijk en professioneel
  2. Neem klacht serieus
  3. Biedt excuses aan
  4. Vraag bezoeker naar oplossing
  5. Eventueel hulp leidinggevende
  6. Verwerk klacht in logboek
LSD-regel
  • Luisteren
  • Samenvatten
  • Doorvragen

Slide 20 - Slide

Agressie = 
- andermans grenzen overschrijden
- bewust schade veroorzaken
- met woede iets proberen te bereiken
Wanneer gedrag de bedoeling heeft angst bij een ander op te roepen spreekt men van agressief gedrag
Paragraaf 7.6.1. houding bij agressie !!!!

Frustatie agressie (oorzaak elders)

Instrumentele agressie, middel om zijn zin te krijgen (bedreiging)

Toerekeningsvatbaar: voor rede vatbaar

Slide 21 - Slide

Controle zwemwaterkwaliteit (H8)
Zwemmers belasten het zwemwater met: organisch vuil (urine, zweet, haren etc.) en micro-organismen (bacteriën, virussen).
Zuivering:
  • Haarvanger
  • Filter (zand en kool)
  • Chemicaliën (chloor en zuur), alles wat haarvanger en filter niet vangt.
PH en Chloormeting

Slide 22 - Slide

Chloor/PH-waarde
Totaal beschikbaar chloor
  • Vrij beschikbaar chloor (gedoseerd chloor)
  • Gebonden chloor - heeft geen of gering desinfecterende werking
  • Ph-waarde (niet te hoog of te laag tussen 7,1 en 7,3)
  • Doorzicht (zonnebrandcrème etc.)

Slide 23 - Slide

Chloor
Wanneer zuurgraad van het zwemwater te laag is ontsnapt chloorgas. Gevaarlijk (ademhaling)

Chloorlucht (te) veel gebonden chloor in het zwemwater. Bij veel zwemmers, veel verontreiniging in het water. Rode ogen, aantasting slijmvliezen

Bij onvoldoende zwemwaterkwaliteiten, zwembad ontruimen / sluiten

Slide 24 - Slide

Veilig en schoon (H9)
1. Schoonmaken: ontdoen van vuil
2. Desinfecteren: terugbrengen van het aantal micro-organismen (bacteriën/schimmels)

Organisch vuil (plantaardig/dierlijk)
vet, eiwit, bloed, papier etc --> ZEEP
Anorganisch (niet dierlijk, plantaardig)
kalk, roest --> ZUUR
NEUTRAAL  reinigingsmiddel (parket, hardsteen)

Slide 25 - Slide

Hoofdstuk 10 
Zwemmend redden zwembaden
Praktijk

Slide 26 - Slide

Assisteren in het zwembad (1) (H11)
Zwemlessen:
Toezichthouden
Ouders en kinderen ontvangen bij zwemles
Materialen klaarleggen
Drijflijnen aanbrengen
Gegevens verwerken
Informeren over diplomazwemmen
Diploma-uitreiking ondersteunen

Slide 27 - Slide

Assisteren in het zwembad (2)
Zwembewegingsactiviteit:
Toezicht houden
Deelnemers ontvangen en begeleiden
Ondersteunen bij in en uit water gaan
Materialen klaarleggen
Drijflijnen aanbrengen

Slide 28 - Slide

Hoofdstuk 12 ARBO
Veiligheid, Gezondheid en Welzijn van de werknemers.

Welzijn: welbevinden, goed in je vel zitten

ARBOWET: verplichtingen voor werkgever en werknemer.
Klachten (personeel) in zwembaden
Beroepsziekten
  • Lawaaislechthorendheid
  • Voorhoofdsholte en bijholteontstekingen
  • Hoesten, benauwd, astma
  • Legionella

Slide 29 - Slide

Preventie. Welke omschrijving is juist?
A
Handelen
B
Redden
C
Voorkomen
D
Informeren

Slide 30 - Quiz

Een zwembad waar het zwemwater via een pomp en filter loopt noemt men
A
Cirkelbad
B
Verloopbad
C
Uitloopbad
D
Circulatiebad

Slide 31 - Quiz

In zwembaden komen doelgroepen met een verhoogd risico. Welke groep hoort hier niet bij ?
A
Kinderen met drijfmiddelen
B
Zwemmers met een beperking
C
Sportzwemmers
D
Baldadige zwemmers

Slide 32 - Quiz

In welk plan staat wanneer en hoeveel lifeguards aanwezig moeten zijn?
A
Calamiteitenplan
B
Nood- en ontruimingsplan
C
Zwembadplan
D
Toezichtplan

Slide 33 - Quiz

Toezicht houden is ....?
A
Kijken
B
Luisteren
C
Ruiken
D
A, B en C

Slide 34 - Quiz

De 10/ 20 regel houdt in?
A
10 seconden scannen en 20 seconden bij slachtoffer
B
10 seconden bij slachtoffer 20 seconden scannen
C
10 minuten rondlopen 20 minuten stilstaan
D
10 minuten stilstaan en 20 minuten rondlopen

Slide 35 - Quiz

In het zwembad roept men via de omroepinstallatie een code om. Doel hiervan is?
A
Testen van de installatie
B
Boodschap alléén voor het personeel
C
Bezoekers informeren over sluitingstijd
D
Code van de lockers doorgeven

Slide 36 - Quiz

Een skim-out is ?
A
Een filter voor een zwembad
B
Een opvanggoot van een glijbaan
C
Een ander woord voor een haarvanger
D
Meetapparatuur voor de waterkwaliteit

Slide 37 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Bij naderend onweer moet men een binnenbad onmiddellijk ontruimen
B
Tijdens het vrij zwemmen mag men de bodem in het bad laten zakken.
C
Wanneer de stroom langer dan 30 min. uitvalt zal men het bad moeten ontruimen
D
Drijflijnen zijn onnodig in een zwembad

Slide 38 - Quiz

Chloor. Welke bewering is onjuist?
A
Chloorgas is levensgevaarlijk
B
Chloorlucht ontstaat bij teveel gebonden chloor
C
Wanneer de zuurgraad van het water te hoog is werkt Chloor beter
D
Een te lage zuurgraad tast materialen aan (roest)

Slide 39 - Quiz

I Groene zeep is een "natuurlijke"zeep
II Synthetische zeep noemt men ook detergent
A
Alleen bewering I is juist
B
Alleen bewering II is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 40 - Quiz

I Organisch vuil verwijder je met zuur
II Anorganisch vuil verwijder je met zeep
A
Alleen bewering I is juist
B
Alleen bewering II is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 41 - Quiz

Als de zuurgraad van zwemwater te laag is ........
welk antwoord is juist
A
kan chloor vluchtig worden en ontsnapt chloorlucht aan het water
B
zal het chloor reukloos worden
C
verkleurt het water
D
is dat gunstig voor de ze zwemwaterkwliteit

Slide 42 - Quiz

Je meet de waterkwaliteit op een diepte van ............... onder de waterspiegel
A
10 cm
B
20 cm
C
30 cm
D
50 cm

Slide 43 - Quiz

Een CUVET gebruik je bij de meting van de waterkwaliteit. Dit is een..........
A
Chloor tablet
B
Zuur tablet
C
Glazen flesje wat je met zwemwater vult voor de kwaliteitsmeting
D
DPD tablet

Slide 44 - Quiz

Gebonden chloor is
A
Chloor dat alleen voor poetsdoeleinden gebruikt mag worden
B
Chloor dat zich aan vuil in het water heeft gebonden
C
Chloor dat chemisch gebonden is aan het zuur
D
Chloor dat "vers" aan het water is toegevoegd

Slide 45 - Quiz

Chloorlucht in een zwembad ontstaat wanneer
A
chloor zich aan vuil heeft gebonden
B
er teveel chloor in het water zit
C
teveel zuur in het water is
D
de zuiveringspomp van een zwembad uitvalt

Slide 46 - Quiz

Badbelasting geeft aan ?
A
Het gewicht van het waterin het bassin
B
Hoeveel een zwembad aan belasting moet betalen
C
Hoeveel lifeguards aanwezig moeten zijn
D
De verhouding tussen het aantal zwemmers en de grootte van het bad

Slide 47 - Quiz

In de ARBO wet staat ? Welke bewering is onjuist?
A
Verplichtingen van de werkgever en werknemer mbt tot veiligheid op het werk
B
Van alles over de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers
C
Verplichting van de werkgever over het opstellen van een risico- inventarisatie en - evaluatie (RIE)
D
De inhoud van de zwemlessen van het betreffende zwembad

Slide 48 - Quiz

Een WA verzekering. Welke bewering is onjuist?
A
Is niet verplicht in Nederland
B
Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering
C
Dekt schade, toegebracht aan anderen
D
Moet een zwembad afsluiten.

Slide 49 - Quiz

Het schoonmaakplan van een zwembad bevat niet?
A
Een reiningingsadvies
B
Hoe vaak bepaalde plekken gereinigd worden
C
Gebruiksaanwijzing van de poetsmiddelen (fabrikant)
D
Geeft aan; hoe drukker hoe meer poetsen

Slide 50 - Quiz