Meten unit 1

Meten
1 / 38
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meten

Slide 1 - Slide

Kies de juiste afkorting als we spreken over een lengtemaat
A
L
B
MG
C
G
D
M

Slide 2 - Quiz

Als we over inhoud praten, heb je het over:
A
KG-G-MG
B
KM-M-CM
C
HL-L-CL

Slide 3 - Quiz

Waar staat de afkorting G voor?

Slide 4 - Open question

14 cm =
A
1160 dm
B
140 mm
C
630 cm
D
0,14 km

Slide 5 - Quiz

Een flatgebouw is 60 mm hoog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een boekenkast is 1,2 cm hoog.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

De deur is 90 cm breed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Deze boom is 10 meter hoog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

De televisie is 60 ...?... breed.
A
KM
B
M
C
CM

Slide 10 - Quiz

De brug is 0,5 ...... lang.
A
KM
B
M
C
CM

Slide 11 - Quiz

Een volwassen man is gemiddeld
1,8 ...... lang.
A
KM
B
M
C
CM

Slide 12 - Quiz

De tafel is 120 ...... hoog.
A
KM
B
M
C
CM

Slide 13 - Quiz

Weet je het nog?

Slide 14 - Slide

1 meter = ......cm
A
0,1
B
10
C
100
D
1000

Slide 15 - Quiz

500 mm = ..... cm
A
5000
B
50000
C
50
D
5

Slide 16 - Quiz

groter, kleiner of hetzelfde?
90 cm ______ 9 dm
A
Groter ( > )
B
Kleiner ( < )
C
Hetzelfde ( = )

Slide 17 - Quiz

Reken zelf om:
130 cm = .... mm.

Slide 18 - Open question

170 cm = .... dm.

Slide 19 - Open question

Nu de inhoudsmaten:
Hoeveel gram is 1 kilogram?

Slide 20 - Open question

Je hebt al 870 gram.
Hoeveel gram moet erbij voor 1 kg?

Slide 21 - Open question

Hoeveel gram is een pond?

Slide 22 - Open question

Hoeveel gram is een ons?

Slide 23 - Open question

Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant

Slide 24 - Quiz

Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant

Slide 25 - Quiz

Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant

Slide 26 - Quiz

Welk vlak figuur ziet u hier?
A
Vlieger
B
Trapezium
C
Parallellogram
D
Ruit

Slide 27 - Quiz

Hoe heet dit vlakke figuur?
A
Driehoek
B
Kegel
C
Piramide
D
Rechthoek

Slide 28 - Quiz

Wat is de naam van het
vlakke figuur hiernaast?
A
driehoek
B
cilinder
C
rechthoek
D
cirkel

Slide 29 - Quiz

Dit 3D figuur is een
A
Balk
B
Piramide
C
Kubus
D
Bol

Slide 30 - Quiz

Noem de naam van dit 3D figuur
A
Vierkant
B
Balk
C
Kubus
D
Rechthoek

Slide 31 - Quiz

Dit 3D figuur is een
A
Cilinder
B
Piramide
C
Kubus
D
Kegel

Slide 32 - Quiz

Dit 3D figuur is een
A
Balk
B
Piramide
C
Kubus
D
Bol

Slide 33 - Quiz

Dit 3D figuur is een
A
Cilinder
B
Piramide
C
Kubus
D
Kegel

Slide 34 - Quiz

De windrichting aan de linkerkant is...
A
Noord
B
Oost
C
West
D
Zuid

Slide 35 - Quiz

De windrichting aan de bovenkant is...
A
Noord
B
Oost
C
West
D
Zuid

Slide 36 - Quiz

De windrichting aan de onderkant is...
A
Noord
B
Oost
C
West
D
Zuid

Slide 37 - Quiz

De windrichting aan de rechterkant is...
A
Noord
B
Oost
C
West
D
Zuid

Slide 38 - Quiz