This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Introductie hfst 3 & herhaling 3.1
P. Veenendaal
20-11-2023
Boek en laptop op tafel (dicht)
Slide 1 - Slide
Programma
Leerdoelen deze week
Uitleg leerdoel 1 paragraaf 3.1
Zelfstandig werken
Film werk/woon omstandigheden arbeiders
Slide 2 - Slide
Leerdoelen deze week
Ik kan uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden (vandaag)
Ik kan uitleggen dat bestuurders tot 1873 weinig deden tegen armoede (donderdag)
Ik kan uitleggen hoe na 1873 arbeiders en het bestuur de armoede probeerden te bestrijden (donderdag)
Slide 3 - Slide
Oorzaken van armoede (leerdoel 1)
Rond 1800 platteland, in de loop van 19e eeuw naar de stad
Werken op het land --> van andere boeren, stevige concurrentie door fabrieken --> naar de stad trekken
De werkomstandigheden van arbeiders in fabrieken waren slecht
De woonomstandigheden van arbeiders waren slecht
Weinig kennis gezondheid, slechte hygiëne
Niet in staat om te werken? Geen geld!
Slide 4 - Slide
Zelfstandig lezen/werken
Lezen: paragraaf 3.1
Maken: opdracht 1 t/m 13
timer
10:00
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Zelfstandig lezen/werken
Lezen: paragraaf 3.1
Maken: opdracht 1 t/m 13
werken dossieropdracht
HW maandag 27-11
Slide 7 - Slide
Armoede in 19e eeuw (Par 3.1)
P. Veenendaal
23-11-2023
Boek en laptop op tafel (dicht)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Programma
Verkiezingen
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 3.1
LessonUp verwerking
Zelfstandig werken
Slide 10 - Slide
Leerdoelen deze week
Ik kan uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden
Ik kan uitleggen dat bestuurders tot 1873 weinig deden tegen armoede (vandaag)
Ik kan uitleggen hoe na 1873 arbeiders en het bestuur de armoede probeerden te bestrijden (vandaag)
Slide 11 - Slide
Sociale wetten(leerdoel 2)
Midden 19e eeuw geen sociale wetten
Sociale wetten = beschermen mensen tegen de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid
Rond 1850 = alleen rijke mensen in parlement
Slide 12 - Slide
Liberalen, socialisten en confessionelen (leerdoel 2)
Verschillende partijen/groepen in de politiek:
Grootste groep: liberalen --> de overheid moet zorgen voor zoveel mogelijk vrijheid voor burgers en bedrijven (VVD)
Niet te veel wetten en regels, iedereen moet grotendeels voor zichzelf zorgen
Socialisten: tegenovergestelde. De overheid moet regels maken om geld en bezit eerlijker te verdelen. (SP, Groenlinks-PVDA)
Sociale wetten, minimumloon, verbod kinderarbeid
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Liberalen, socialisten en confessionelen (leerdoel 2)
Confessionelen: steeds grotere groep in het parlement (katholieken en protestanten die vonden dat het bestuur van het land op basis van geloof moest) ChristenUnie, SGP
Grote meerderheid parlement vond dat het geen taak van de overheid was om de armen te helpen
Uitzondering: armenwet (1854)
Veel arme mensen afhankelijk van liefdadigheid
Slide 15 - Slide
Arbeiders in actie (leerdoel 3)
1873: economie ging slecht, nog meer armoede
Arbeiders richten vakbonden op
Arbeiders wilden algemeen kiesrecht
Steeds meer sociale wetten, zelfs liberalen eens (kinderwetje van van Houten)
Ook confessionelen steunden uiteindelijk de sociale wetten
Slide 16 - Slide
Meer sociale wetten
1901: leerplichtwet
1901: ongevallenwet
1901: woningwet
Aanleg rioleringen en waterleidingen
Algemeen kiesrecht mannen: 1917, voor vrouwen in 1919
Slide 17 - Slide
Uitspraak: 'Grote bedrijven betalen veel te weinig belasting. Miljoenenbedrijven moeten meer afstaan aan de overheid'
A
Confessionelen
B
Liberalen
C
Socialsten
Slide 18 - Quiz
Uitspraak: 'een werkweek moet maximaal 40 uur hebben. 60 uur is voor veel arbeiders ongezond'
A
Confessionelen
B
Liberalen
C
Socialsten
Slide 19 - Quiz
Uitspraak: 'de arbeiders in de fabriek hebben geen bescherming nodig. Dit is de verantwoordelijkheid van de fabriekseigenaren.'
A
Confessionelen
B
Liberalen
C
Socialsten
Slide 20 - Quiz
Uitspraak: 'de grondwet moet meer gebaseerd zijn op de bijbel'
A
Confessionelen
B
Liberalen
C
Socialsten
Slide 21 - Quiz
Uitspraak: 'er moet een minimumloon komen voor de arbeiders'
A
Liberalen
B
Socialsten
C
confessionelen
Slide 22 - Quiz
Noem twee voorbeelden van sociale wetten
Slide 23 - Open question
Zelfstandig lezen/werken
Lezen: paragraaf 3.1
Maken: opdracht 1 t/m 13
werken dossieropdracht
HW maandag 27-11
Slide 24 - Slide
Toets bespreken & start 2.2
Veenendaal. P
Alleen potlood of kleur pen op tafel (geen zwart/blauw)
27-11-2023
Slide 25 - Slide
Programma
Leerdoelen
Toets bespreken
Start 2.2; zelfstandig werken
Slide 26 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat ik de volgende keer anders moet doen bij de (voorbereiding van de) geschiedenis toets
Ik heb een start gemaakt aan paragraaf 2.2
Slide 27 - Slide
Toets bespreken
Alleen potlood of kleur stift op tafel (geen rood)
Klassikaal bespreken: niet door mij heen praten, wachten op je beurt!
Vraag/opmerking voor iedereen? Stellen!
Vraag/opmerking over jouw toets? Uitroepteken voor de kantlijn
Aan het einde van het klassikaal bespreken loop ik langs voor individuele vragen
Slide 28 - Slide
Zelfstandig lezen/werken 2.2
Lezen: paragraaf 2.2
Maken: opdracht 1 t/m 15 (huiswerk 07-12)
Slide 29 - Slide
Arbeiders eisen meer rechten (2.2)
Veenendaal. P
30-11-2023
Boek en laptop op tafel
Slide 30 - Slide
Programma
Leerdoelen
Lezen 2.2 (of maken)
LessonUp
Voorbeeld historisch dossier
Slide 31 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen waarom arbeiders weinig macht hadden en hoe zij toch hun positie probeerden te verbeteren
Ik kan uitleggen door welke nieuwe wetten de situatie van de arbeiders eind 19e eeuw sterk verbeterde
Ik ken een aantal kenmerken van het moderne Nederland rond 1920
Slide 32 - Slide
Lezen tekst 2.2
Lezen: blz 60 t/m 64
Maken: 1 t/m 15
Slide 33 - Slide
Vul in: 'De meeste rijke mannen waren (1). De arbeiders waren de grootste groep. Zij werkten samen in (2). Er waren ook andere politieke stromingen, zoals de (3) die hun ideeën baseerden op het geloof.
Slide 34 - Open question
Stel: een arbeider zit met een gebroken been thuis en wil graag een financiële vergoeding omdat hij anders geen geld heeft. Hoe zou een: a) liberaal reageren b) socialist reageren
Slide 35 - Open question
Wanner was er algemeen vrouwenkiesrecht
A
1901
B
1917
C
1919
D
1921
Slide 36 - Quiz
Wat voor soort wet was het kinderwetje van Houten?