Les leesboeken

Goedemorgen!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Leeskring / boeken bespreken
  • In groepjes mindmap maken
  • Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt je mening formuleren (wat spreekt je wel en niet aanspreekt aan in een boek);
  • Je hebt leestips van elkaar gekregen;
  • Je hebt in kaart gebracht waardoor jullie groepje wel of niet een boek leest.

Slide 3 - Slide

Opdracht: verkennen
1. Ga naar www.taalvoutjes.nl.
2. Kies drie taalvoutjes uit die jullie aanspreken.
3. Upload jullie taalvoutjes op padlet.
4. Leg aan de klas uit wat er fout is volgens jullie aan het taalvoutje.

Slide 4 - Slide

Terugblik leesvaardigheid
1. Welke vier tekstdoelen zijn er?
2. Geef twee voorbeelden van een tekstsoort.
3. Bij welk tekstdoel hoort de tekstsoort 'studieboek'?

Slide 5 - Slide

Theorie tekstverbanden en signaalwoorden
Welke woorden zou je op de puntjes schrijven? Welk verband hebben de twee delen met elkaar?

1. Ik had me verslapen, ... ik zat tot twaalf uur te gamen.
2. Tim beweerde dat een nijlpaard wel honderd jaar kan worden, ... dat is niet zo.
3. ... ik te laat kwam, moest ik een te laat briefje halen.

Slide 6 - Slide

Oefenen met Kahoot!
https://create.kahoot.it/details/bfdc3238-d7a2-44c7-b9af-48ca9f9e59a8

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Maken: tot en met opdracht 7 van je boekje.
Gebruik het schema op blz. 6 uit het boekje!

Klaar? Ga lezen uit je leesboek :)

Slide 8 - Slide

Les afsluiten

Slide 9 - Slide

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 10 - Open question

Welk verband zie je in onderstaande zin?

Ik fietste hard naar werk, dus ik was nog op tijd.

A
Tegenstellend verband
B
Concluderend verband
C
Samenvattend verband
D
Redengevend verband

Slide 11 - Quiz

Welk verband zie je in onderstaande zin?

Ik krijg alleen zakgeld als ik de vaatwasser uitruim.

A
Doel-middel verband
B
Toegevend verband
C
Voorwaardelijk verband
D
Chronologisch verband

Slide 12 - Quiz