HV1 Grammatica 6 bijvoeglijk naamwoord

Welkom HV1A



Grammatica 6
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom HV1A



Grammatica 6

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Leerwerkcheck
  3. Huiswerkopdrachten nakijken
  4. Grammatica 6: bijvoeglijk naamwoord
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Wat is grammatica?
A
officieel en onofficieel
B
het verschil tussen schrijf- en spreektaal
C
de regels van een taal
D
taal- en redekundig ontleden

Slide 4 - Quiz

Geef twee voorbeelden van zelfstandige naamwoorden.

Slide 5 - Mind map

Welke twee soorten lidwoorden ken je?

Slide 6 - Mind map

Huiswerkopdrachten nakijken
  • Kom voorin de klas een nakijkblad halen. 
  • Kijk je antwoorden goed na met een ander kleurtje pen!
  • Heb je vragen? Stel ze!
  • Klaar? Kom het nakijkblad weer inleveren en                                     vul de vraag in op LessonUp. 
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Hoe gingen de huiswerkopdrachten?
A
Ik had geen fouten (of misschien 1 of 2).
B
Ik had nog wel wat foutjes.
C
Ik had veel fouten.

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar? Een bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie bij een lidwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Hier kun je bijvoeglijke naamwoorden WEL aan herkennen
Hier kun je bijvoeglijke naamwoorden NIET aan herkennen
staat achter het zelfstandig naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
verandert in de verleden tijd
heeft soms een verbogen vorm
kan zelfstandig gebruikt worden
heeft altijd een lidwoord bij zich
heeft vaak trappen van vergelijking
kan afgeleid zijn van een werkwoord
staat in elke zin minimaal 1 keer

Slide 10 - Drag question

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zin?
De knalharde muziek werd pas om 03.00 uur uitgezet.
A
werd, uitgezet
B
knalharde, muziek
C
knalharde
D
pas, uur

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zin?
Met loeiende sirenes protesteert de politie voor een betere cao.
A
loeiende, sirenes
B
loeiende, betere
C
sirenes, politie
D
met, voor

Slide 12 - Quiz

De auto rijdt hard.

Wat is 'hard' in deze zin?
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
geen bijvoeglijk naamwoord
C
ik weet het niet

Slide 13 - Quiz

De appel is hard.

Wat is 'hard' in deze zin?
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
geen bijvoeglijk naamwoord
C
ik weet het niet

Slide 14 - Quiz

Het water is kokend heet.

Wat is 'heet' in deze zin?
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
geen bijvoeglijk naamwoord
C
ik weet het niet

Slide 15 - Quiz

Het water is kokend heet.

Wat is 'kokend' in deze zin?
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
geen bijvoeglijk naamwoord
C
ik weet het niet

Slide 16 - Quiz

De grootte van het vakantiehuisje viel een beetje tegen.

Wat is 'grootte' in deze zin?
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
een zelfstandig naamwoord
C
ik weet het niet

Slide 17 - Quiz

Heb je nog moeite met het herkennen van bijvoeglijke naamwoorden?
ja
nee
een beetje

Slide 18 - Poll

Leerdoelen
Je krijgt van mij een papier met de leerdoelen van periode A.
Je gaat bekijken of je die leerdoelen gehaald hebt. Weet je het niet zo goed? Kijk eens hoe ver je komt met de tabel hieronder.


Slide 19 - Slide

Extra huiswerk?
  • Je mag zelf kiezen of je extra huiswerk doet/ maakt/ krijgt/ neemt.
  • Het is verstandig om extra huiswerk te maken/ krijgen/ nemen wanneer je nog moeite hebt met bijvoeglijke naamwoorden. 
  • Maar de keuze is aan jou! 
  • Opdracht 5 op pagina 29 kun je als extra huiswerk maken.

Slide 20 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 28 september
  • Huiswerk: leren p. 10, 14, 18, 22, 26 en 28 + maken opdr. 8 (p. 29) + eventueel extra huiswerkopdracht 5 (p. 29)
  • Meenemen: leesboek, boek, pen, schrift, plenda en LAPTOP
  • Programma: grammatica 20

Slide 21 - Slide