Unit 6 lesson 2

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 6 Lesson 2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 6 Lesson 2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
- Pak je Engels boek, maar hou deze nog even dicht.
- Pak je ipad en ga naar lesson up.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel
- Je kunt problemen in de communicatie signaleren en waar nodig de aanpak bijstellen.
- Je kunt eenvoudige korte notities maken voor jezelf.
- Je kunt eenvoudige en korte notities maken voor anderen.
- Je kunt korte, eenvoudige berichten schrijven over zaken van direct belang. 

Slide 3 - Slide

3. Mini-check
Verdiept:

Wie maakt de mini-check:


Slide 4 - Slide

Fill in who/which:
Jamie Oliver is a cook .... makes very healthy meals.
A
who
B
which

Slide 5 - Quiz

Is that the laptop who/which got stolen?
A
who
B
which

Slide 6 - Quiz

I’m looking for a souvenir who / which still fits in my trolley
A
who
B
which

Slide 7 - Quiz

Is that the guy (who / which ) stole your laptop?
A
who
B
which

Slide 8 - Quiz

Irregular verb of
wedden
A
to bet - bet - bet
B
to bet - bit - bot
C
to bit - bit - bit
D
to bet - betted - betten

Slide 9 - Quiz

Irregular verb of
verbieden
A
to forbid - forbid - forbid
B
to forbid - forbade - forbidden
C
to forbid - forbidded - forbidden
D
to forbade - forbade - forbade

Slide 10 - Quiz

Irregular verb of
kiezen
A
to choose - chose - chosen
B
to chose - chose - chose
C
to choose - chosed - chosen
D
to choose - chosen - chose

Slide 11 - Quiz

Irregular verb of
beginnen
A
to begin - begin - begin
B
to begin - began - begun
C
to begin - began - began
D
to begin - begun - begun

Slide 12 - Quiz

Irregular verb of
kosten
A
to cost - costed - costen
B
to cost - chosten - gecost
C
to cost - costed - costed
D
to cost - cost - cost

Slide 13 - Quiz

4. Instructie

Slide 14 - Slide

who - which 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Will + hele werkwoord

Slide 17 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Doorloop samen de opdrachten van lesson 2.

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Maak opdracht  11 t/m 25 op blz. 104 t/m 114

Slide 19 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

Slide 20 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open question

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 22 - Slide