Lj2 voor- en achtervoegsels ws H4

Wat gaan we vandaag doen?

Hoe staat het met het schrijven van een instructie?/ Tips?
We gaan bezig met woordenschat H4,5,6 
Vandaag Woordenschat Hoofdstuk 4 blz. 102
We gaan aan het werk met voorvoegsels en achtervoegsels
Stukje theorie
samen oefenen en daarna aan het werk
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

Hoe staat het met het schrijven van een instructie?/ Tips?
We gaan bezig met woordenschat H4,5,6 
Vandaag Woordenschat Hoofdstuk 4 blz. 102
We gaan aan het werk met voorvoegsels en achtervoegsels
Stukje theorie
samen oefenen en daarna aan het werk

Slide 1 - Slide

Wat heb je vandaag nodig?
Computer
boek nederlands
opdracht in teams woordenschat H4

Slide 2 - Slide

timer
1:00
Welke tip heb je voor het schrijven van een instructie?

Slide 3 - Mind map

Woordenschat H4

We gaan het hebben over voor en achtervoegsels.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Lezen!
Pak bladzijde 102 van je boek voor je.
Woordenschat hoofdstuk 4 voor- en achtervoegsels.
Lees het stukje theorie goed door.

Slide 6 - Slide

Ik begreep de tekst.
Niet
een heel klein beetje
voor de helft
bijna helemaal
helemaal

Slide 7 - Poll

Wat betekent het voorvoegsel anti-
A
voor
B
tegen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het voorvoegsel inter-
A
tussen
B
door

Slide 9 - Quiz

Welk voorvoegsel betekent 'heel klein'

Slide 10 - Open question

Wat betekent wanorde?
A
volgorde
B
rommel
C
netjes
D
lastig

Slide 11 - Quiz

Hoe heet een trein die tussen grote steden (city) rijdt?

Slide 12 - Open question

Een vrouw gaat scheiden van haar man. Hoe noem je iemand die jouw man niet meer is?

Slide 13 - Open question

Als je geen hoop meer hebt, ben je ...
A
hoopvol
B
hoopheid
C
hopeloos
D
hoopbaar

Slide 14 - Quiz

Iets dat je kunt eten, noem je ...
A
eetlijk
B
eetheid
C
eetsel
D
eetbaar

Slide 15 - Quiz

Maak een zin met daarin het woord MISLUKT

Slide 16 - Open question

Maak een zin met daarin het woord ONVERSTAANBAAR

Slide 17 - Open question

Heb je nog extra uitleg nodig over voor- en achtervoegsels?

Slide 18 - Poll

Huiswerk
maken: teams opdracht woordenschat hoofdstuk 4
opdracht 1, 2 , 3, 4, 5 
Met behulp van je boek.

Slide 19 - Slide