Vermogen en energie

H4.4 Vermogen en energie

Wat gaan we doen?
s.o
huiswerk bespreken
5  minuten theorie
uitleg 
Opgaves
huiswerk volgende keer

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4.4 Vermogen en energie

Wat gaan we doen?
s.o
huiswerk bespreken
5  minuten theorie
uitleg 
Opgaves
huiswerk volgende keer

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken ?

Slide 2 - Slide

schakelaar
batterij
lampje
stroomdraad

Slide 3 - Drag question

Op welk(e) punt(en) in deze schakeling is de stroomsterkte het grootst?
A
Door lampje 1
B
Door lampje 2
C
Door lampje 3
D
Door lampje 4

Slide 4 - Quiz

stroommeter
schakelaar
spanningsmeter
batterij
lampje

Slide 5 - Drag question

dit is een
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 6 - Quiz

Welke schakeling staat er afgebeeld?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 7 - Quiz

Noem een voordeel van een parallelschakeling

Slide 8 - Open question

Teken een parallelschakeling met symbolen en maak er een foto van:

Slide 9 - Open question

Leerdoelen H4.4
  1. Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  2. je kent de eenheid van vermogen
  3. Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
  4. Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt
  5. Je kunt het maximale vermogen van een adapter berekenen 

Slide 10 - Slide

Vermogen en energie

  • Wat is vermogen?
  • Vermogen van apparaten.
  • Vermogen berekenen
  • Wat is het verband tussen vermogen, tijd en energieverbruik

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Experiment
Groepjes van 4
1 persoon gaat zich opdrukken, 1 persoon meet de tijd, 1 persoon telt het aantal push-ups en 1 persoon noteert.

Je hebt de volgende  gegevens nodig:
Gewicht in kilogram en lengte van de armen in centimeters 
Noteer
Het aantal push-ups en de benodigde tijd

Slide 13 - Slide

Bereken
Berekening vebruikte energie (in Joule)



Berekening geleverd vermogen (in Watt)


E=2(gewicht)100(lengtearmen)(aantalpushups)10
Vermogen=tijdE

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vermogen
De eenheid van energie is: JOULE

Vermogen is de hoeveelheid energie per seconde 
dus is de eenheid van vermogen: Joule/ Sec
oftewel:                                        WATT

1 kiloWatt = 1 kW = 1000 Watt

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vermogen = Spanning * Stroom
P = U * I
P = 230 * 5 = 1150 W

Slide 19 - Slide

Kun jij het vermogen ook berekenen?

Slide 20 - Slide

Vermogen, tijd en energieverbruik

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Wie heeft er een groter vermogen
en wie heeft er meer energie gebruikt (Usain Bolt of Gerard Nijboer)

Slide 26 - Open question

Zelfstandig werken
  • Wat: lees paragraaf 4.4 op blz. 165 en maak in je boek opgaven 1t/m 10 in de les 
  • Hoe: helemaal stil! muziek mag in!
  • Hulp: Docent
  • Tijd: 20 minuten lang
  • Huiswerk: opdrachten 1 t/m 17 van paragraaf 3.4
  • Klaar?: ga bezig met test jezelf leerdoel A en leerdoel B
     
timer
20:00

Slide 27 - Slide

Onthoud
• Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat in een seconde verbruikt. Apparaten met een groot vermogen verbruiken meer energie in een seconde dan apparaten met een klein vermogen. De eenheid van vermogen is watt (W).
• Bij grote apparaten kan het handig zijn watt om te rekenen naar kilowatt (kW). Dat doe je zo:
– 1 kW = 1000 W
– 1 W = 0,001 kW
• Het vermogen van een apparaat hangt af van twee factoren:
– de spanning waarop het apparaat werkt;
– de stroomsterkte die door het apparaat loopt.

Slide 28 - Slide

Onthoud
• Het vermogen kun je berekenen met de volgende formule:
vermogen = spanning × stroomsterkte.
• Apparaten kunnen maar een bepaalde tijd op een accu of batterij werken. Door te kiezen voor onderdelen met een laag vermogen kan het apparaat langer gebruikt worden.
• Je kunt ook meer elektrische energie opslaan in een accu of batterij, zodat een apparaat bij hetzelfde vermogen langer op de batterij kan werken.

Slide 29 - Slide