Hoofdstuk 4

Het cijfer 5 in 352 heeft een waarde van...
A
0,5
B
5
C
50
D
500
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het cijfer 5 in 352 heeft een waarde van...
A
0,5
B
5
C
50
D
500

Slide 1 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Een cijfer en een getal zijn hetzelfde.
B
In het getal 392 heeft het cijfer 3 een waarde van 30.
C
Er zijn maar 10 cijfers.
D
Oneindig is een getal.

Slide 2 - Quiz

WELK CIJFER IS HET MEESTE WAARD?

2478
A
2
B
4
C
7
D
8

Slide 3 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 1 in het getal 781 ?
A
10
B
1
C
100

Slide 4 - Quiz

Zet de getallen op volgorde van klein naar groot.
1,23
1,2
1,225
1,05

Slide 5 - Drag question

Zet de getallen in volgorde van klein naar groot
3,03
3,303
3,33
3,003
3,3

Slide 6 - Drag question

Welke waarde heeft het cijfer 9 in het getal:


87 978
A
tienduizendtal 9 x 10 000 = 90 000
B
duizendtal 9 x 1000 = 9000
C
honderdtal 9 x 100 = 900
D
tiental 9 x 10 = 90

Slide 7 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 3
in het getal: 75,23
Waarde cijfers
A
30
B
3
C
0,3
D
0,03

Slide 8 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 5
in het getal: 5632,7
Waarde cijfers
A
0,5
B
50
C
5000
D
500000

Slide 9 - Quiz

Wat weet je nog?
Wat is de waarde van het cijfer 5 in het getal 3607,58?

A
honderdsten
B
Tienden
C
eenheden
D
tientallen

Slide 10 - Quiz

Wat zijn alle delers van 7?
A
1, 7
B
1
C
14, 70
D
7

Slide 11 - Quiz

Is 7 een deler van 21?
Delers
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Alle delers van 18 zijn:
A
1,2,3,6,18
B
1,2,3,6,9,18
C
1,2,3,4,6,9,18
D
1,2,3,4,6,12,18

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN deler van 36
A
2
B
3
C
36
D
7

Slide 14 - Quiz

Is 15 een veelvoud van 5?
Veelvouden
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de eerste 5 veelvouden van 4?
Veelvouden
A
0, 2, 4, 6, 8
B
4, 8, 12, 16, 20
C
4, 8, 16, 32, 64
D
1, 2, 3, 4, 5

Slide 16 - Quiz

Schrijf alle even getallen op tussen 39 en 55.
A
40,42, 44, 46, 48, 50, 52 en 54
B
40,42, 44, 46, 48, 50, 52 en 53
C
40,42, 44, 46, 49, 50, 52 en 54
D
40,42, 45, 46, 48, 50, 52 en 54

Slide 17 - Quiz

Wat is het getal 26,8 miljoen met alleen cijfers?
A
2 680 000
B
268 000 000
C
26 800 000
D
268 000

Slide 18 - Quiz

schrijft met alleen cijfers:
34 miljoen
A
34.000.000
B
3400000
C
34.000.000.000
D
340000

Slide 19 - Quiz

Schrijf in alleen cijfers
9,3 miljard
A
930000000
B
9300000000
C
93000000000
D
930000000000

Slide 20 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

cijfer
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks

Slide 21 - Quiz

Schrijf 4 150 000 in cijfers en woorden
A
415 miljoen
B
4,15 miljoen
C
4,150 000 miljoen
D
4,15 miljard

Slide 22 - Quiz

Afronden
Rond 2,39 af op een heel getal.
A
2
B
2,4
C
2,3
D
3

Slide 23 - Quiz

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal

Slide 24 - Quiz

Afronden op een heel getal:
15,49 wordt
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 25 - Quiz

Afronden op twee decimalen

659,558
A
659,56
B
659,58
C
659,55

Slide 26 - Quiz

3,475 afronden op een decimaal =
A
3,47
B
3,48
C
3,4
D
3,5

Slide 27 - Quiz

Als je €9,87 contant afrekent. Hoeveel betaal je dan met de afronding?
A
€9,85
B
€9,90

Slide 28 - Quiz

Voor 8 pannenkoeken heb je 500 ml melk nodig, hoeveel melk koop je als je 16 pannenkoeken wilt bakken?
A
0,5 liter melk
B
1 liter melk
C
1,5 liter melk
D
2 liter melk

Slide 29 - Quiz

In iedere doos zitten 12 ballen. Je hebt 30 ballen nodig. Hoeveel dozen koop je dan?
A
3
B
4
C
2
D
10

Slide 30 - Quiz

Is 3456789 een even of oneven getal?
A
Even
B
Oneven

Slide 31 - Quiz

Is 423 even of oneven?
A
even
B
oneven

Slide 32 - Quiz

Is de uitkomst van 5 x 6 even of oneven?
Even of Oneven
A
even
B
oneven

Slide 33 - Quiz

Hoe kan je zien of een getal even of oneven is?
A
Dat kan je niet zien, dat moet je weten.
B
Het even getal is deelbaar door 2. Het oneven getal niet.
C
Het oneven getal is deelbaar door 2. Het even getal niet.
D
Een even getal heeft altijd meerdere pennen strepen nodig.

Slide 34 - Quiz

Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz


A
Knabbel
B
Babbel

Slide 36 - Quiz

Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz