Interventies

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Zorgplan

Marjolein Bosman

Docent G&W ROC Mondriaan

Inhoud les

Interventies

Theorie

Praktisch oefenen

Anamnese

PES

SMART en NOC

NIC en Carpenito

Evaluatie

Informatie verzamelen

Verpleegkundige diagnose

Verpleegdoelen

Interventies

Product en proces

Criteria verpleegkundige interventies​

-De verpleegkundige interventie moet:​

-Veilig en passend zijn​

-Met beschikbare en aanwezige hulpmiddelen uitgevoerd​

-Passen bij de wensen van de zorgvrager​

Gebaseerd zijn op verpleegkundige kennis en ervaring (ebp of best practice)​

-Passen in het beleid van de zorgsetting

Vier levensdomeinen

Welk levensdomein?
Mevrouw zegt dat ze haar urine niet op kan houden.

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Welk levensdomein?
Meneer zegt zich erg eenzaam te voelen.

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Welk levensdomein?
Mevrouw zegt dat er ‘s nachts vreemde mensen op haar kamer komen die haar spullen meenemen

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Welk levensdomein?
Meneer zegt boos te zijn omdat zijn lichaam hem steeds meer in de steek laat.

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Welk levensdomein?
Mevrouw wil haar eigen spullen in de kamer van het verpleeghuis.

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Welk levensdomein?
Meneer kan zich niet meer zelfstandig aankleden.

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Welk levensdomein?
Mevrouw zegt dat er vreemde mensen op haar kamer komen, die haar spullen meenemen.

1. Woon- en leef-omstandigheden
2. Participatie
3. Mentaal welbevinden en autonomie
4. Lichamelijk welbevinden

Zorgactiviteiten

• Komen voort uit het zorgdoel
  
• In overleg met de zorgvrager
• Benoem wie de activiteit uitvoert
  
• Logische volgorde
  

Behandeling die je op grond van je oordeel

en klinische kennis uitvoert.

• Autonome verpleegkundige interventies
  

• Gedelegeerde medische behandeling
  

• Door andere zorgverleners voorgeschreven behandeling
  

Interventies

Vraag je altijd van tevoren af:

  

• Passen de interventies bij de zorgvrager?
  
• Wat kan, wil en durft de zorgvrager?
  
• Zijn de interventies niet te hoog gegrepen?
  
• Is er voldoende deskundigheid en bekwaamheid aanwezig voor de uit te voeren interventies?
  
• Multidisciplinaire ondersteuning.

Autonome verpleegkundige interventies

Interventie binnen het verpleegkundig domein

Zelfstandig beslissingsbevoegdheid

1. Bronnen
   
2. Intuïtie, gevoel.
   
3. Praktijkervaring
   
4. Vakkennis
   
5. Evidence Based Practise

Gedelegeerde interventies

• Niet verantwoordelijk voor het bedenken van interventies
  
• Wel verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan!
  
• Voorbehouden handelingen
  

Zoek op in het zakboek verpleegkundige diagnoses.

Slaap

Wat zegt de beschrijving bij de NIC

Wat zijn de interventies

Zelfzorgtekort: wassen/lichaamsverzorging

Wat zegt de beschrijving bij de NIC

Wat zijn de interventies

Zoek op in het zakboek verpleegkundige diagnoses.

Angst

Wat zegt de beschrijving bij de NIC

Wat zijn de interventies

Vermoeidheid

Wat zegt de beschrijving bij de NIC

Wat zijn de interventies

Interventies

De uiteindelijke keuze van verpleegkundige interventies zijn afhankelijk van

• Het probleem (P)
  
• De etiologie (E)
  
• De symptomen (S)
  
• Het verpleegdoel
  
• Prioriteiten
  
• Wensen en mogelijkheden van de zorgvrager

En vergeet niet te brainstormen

Hulpmiddelen interventies

• Meten van veranderingen door
  

        - Observatie

        - Signaleren van veranderingen

• Doel
  

         - Snel veranderende situaties onder controle houden

• Uitgaand van:
  

         - (Dreigende) verpleegkundige diagnosen

         - Observatietechnieken/lijsten

         - B.v. templijsten/vochtbalans etc.

Zorgprobleem: Mevrouw de Groot heeft een halfzijdige verlamming t.g.v. een CVA, waardoor ze haar boterham niet zelf klaar kan maken.
Zorgdoel: Mevrouw de Groot kan binnen twee weken zelf haar boterham klaarmaken.
Formuleer zorgactiviteiten.

• 2x daags oefenen met mw. met brood klaarmaken
• Ergotherapie inschakelen voor hulpmiddelen
• Fysiotherapie inschakelen voor oefeningen

Zorgprobleem: De heer Verkade gaat niet naar de fysiotherapie, vanwege de pijn aan zijn heup, waardoor de revalidatie langzamer gaat
Zorgdoel: De heer Verkade gaat binnen twee dagen weer naar de fysiotherapie
Formuleer zorgactiviteiten.

• Arts inschakelen voor pijnmedicatie
• Bespreken waardoor de pijn wordt veroorzaakt
• Bespreken wat de pijn verlicht

Zorgprobleem: Mevrouw Jansen ligt de hele dag op bed, omdat ze longontsteking heeft en koorts, waardoor ze kans heeft op decubitus.
Zorgdoel: Mevrouw Jansen krijgt geen decubitus tijdens de periode dat ze in bed ligt.
Formuleer zorgactiviteiten.

• AD-matras aanvragen voor mevrouw
• Mw. stimuleren iedere 2 uur anders te gaan liggen
• Mw. stimuleren 2x per dag even uit bed te komen

Casus opdracht

Mw. de Vries 84 jaar weduwe. Mw. wordt s ’nachts veel wakker, moet hoesten, door benauwdheid passend bij de COPD waardoor mw. zich overdag niet uitgerust voelt.

- Formuleer volgens de PES 

1 verpleegprobleem en 

1 bijbehorend zorgdoel 

- Formuleer 3 interventies

Voorbeeld

P: Mw. wordt ’s nachts vaak wakker

E: Mogelijk door hoesten, benauwdheid passend bij COPD

S: Mw. geeft aan zich overdag niet uitgerust te voelen

Doel

Mw de Vries slaapt s’nachts minimaal 5 uur achtereen en valt snel weer in slaap na een hoestbui.

Interventies

• Mw. onderneemt s ’avonds geen drukke activiteiten meer in de gezamenlijke huiskamer
  
• Draai eventueel rustige muziek in de huiskamer wanneer mw. dit prettig vindt
  
• Voor de nacht worden de ademhalingsoefeningen die aangeleerd zijn door de fysio uitgevoerd onder begeleiding van de zorg
  
• In overleg met de arts en mw. kijken of de medicatie tegen hoesten en benauwdheid voldoende werkend zijn