Unit 4, les 2

Lesson 2, Unit 4: FOOD
Looking back:
Introduction: Looking ahead, exercises 1, 2, 3, 4
TryOut 2 + TryOut 3: Grammar imperatives + can/can't

Study:
Grammar: imperatives, should/shouldn't,

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesson 2, Unit 4: FOOD
Looking back:
Introduction: Looking ahead, exercises 1, 2, 3, 4
TryOut 2 + TryOut 3: Grammar imperatives + can/can't

Study:
Grammar: imperatives, should/shouldn't,

Slide 1 - Slide

Today's goals:

- kun je uitleggen wat de imperative is
- kun je should/ shouldn't goed toepassen
- kun je iets vertellen over international foods.
- leer je nieuwe woorden die met FOOD te maken hebben

Slide 2 - Slide

Schrijf een zin die met FOOD te maken heeft: use the imperative!

Slide 3 - Open question

Wat betekent SHOULD in het Nederlands?

Slide 4 - Open question

Schrijf een zin die met FOOD te maken heeft. Use SHOULD!

Slide 5 - Open question

Let's talk about:
International Foods
1: What is your favourite international food?
2: Can you give two more examples of international food?
3: Can you make your favourite dish yourself?
4: How is international food different from Dutch food?

Slide 6 - Slide

international food

Slide 7 - Mind map

Let's get started!
Unit 4, lesson 1:
Find out: exercises 2A, 2B, 3
Grammar: 7, 8
Bekijk de woordenlijst van Vocabulary 4.1: welke vier woorden beschrijven de smaak of textuur van FOOD?


Slide 8 - Slide

welke vier woorden beschrijven de smaak of textuur van FOOD?

Slide 9 - Open question

Homework
Finish:
Unit 4, lesson 1:
Find out: exercises 2A, 2B, 3
Grammar: 7, 8

Study:
Vocabulary 4.1

Slide 10 - Slide

Check-out
Today's goals:
- kun je uitleggen wat de imperative is
- kun je should/ shouldn't goed toepassen
- kun je iets vertellen over international foods.
- leer je nieuwe woorden die met FOOD te maken hebben

Slide 11 - Slide