Examentraining Spreken vervolg (B1)

Examentraining Spreken Programma I
Ik kan vertellen wat ik bij het examen Spreken B1 moet doen
Ik kan adequate en grammaticaal goede antwoorden geven
Ik kan de juiste woorden gebruiken tijdens het spreken

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Examentraining Spreken Programma I
Ik kan vertellen wat ik bij het examen Spreken B1 moet doen
Ik kan adequate en grammaticaal goede antwoorden geven
Ik kan de juiste woorden gebruiken tijdens het spreken

Slide 1 - Slide

Voorbereiden
Als je iets zegt met een doel, dan noem je dat een taalhandeling.



In deze opgave zie je de 
taalhandeling: een mening geven.



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voorbereiden
Opdracht: Bespreek samen:

- Wat weet je over het examen Spreken B1?
- Welke taalhandelingen komen vaak in het examen voor? 
- Welke handige woorden of zinnen ken je bij de taalhandelingen? 

Voorbeeld taalhandeling: een mening geven
Handige woorden / zinnen: Ik vind ... / Volgens mij ...


timer
5:00

Slide 4 - Slide

Voorbereiden
Let op:

- Je maakt het examen in Zwolle
- Je meldt je zelfstandig aan voor de examens 
- Je betaalt de examens zelf
- Je betaalt de reiskosten zelf
- Je mag geen woordenboek gebruiken

Slide 5 - Slide

Voorbereiden
Informatie over het examen Spreken B1:

  • Je maakt het examen op de computer
  • Je praat via een microfoon
  • Het examen duurt ongeveer 30 minuten
  • Deel 1: 8 korte spreekopdrachten (20 seconden spreektijd)
  • Deel 2: 8 middellange spreekopdrachten (30 seconden spreektijd)
  • Je hoort een pieptoon en je begint met spreken
  • Als de spreektijd om is, hoor je weer een pieptoon

Slide 6 - Slide

Voorbereiden
Deze taalhandelingen komen vaak in het examen voor:

- een mening geven
- een advies geven
- een instructie geven

Er komen soms ook andere taalhandelingen in het examen voor, zoals:

- ergens over klagen
- een beleefde vraag stellen
- informatie geven

Slide 7 - Slide

Voorbereiden
Taalhandeling:
Een mening geven

Handige zinnen:

  • Ik vind ...
  • Volgens mij ...
  • Ik denk dat ... 
  • Ik vind dat ... 

Waarom? Gebruik want of omdat.

Slide 8 - Slide

Voorbereiden
Taalhandeling: 
Een instructie geven

Handige zinnen: 

  • Je moet (signaalwoord) ...
  • (Signaalwoord) moet je ...

Signaalwoorden: - eerst, dan, daarna, tot slot
                              - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot
                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Slide 9 - Slide

Voorbereiden
Taalhandeling:
Een advies geven

Handige zinnen: 

  • Als ik jou was, zou ik ...
  • (Signaalwoord) zou ik ... 

Signaalwoorden: - eerst, dan, daarna, tot slot
                              - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot
                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Slide 10 - Slide

Voorbereiden
Taalhandeling: 
Ergens over klagen

Handige zinnen: 

  • Ik heb een klacht over ... 
  • Ik ben niet tevreden over … 

Waarom? Gebruik want of omdat.

Slide 11 - Slide

Voorbereiden
Taalhandeling:
Een beleefde vraag stellen

Handige zinnen: 

  • Zou je ... willen / kunnen ... ? 
  • Zouden jullie ... willen / kunnen ... ?

Slide 12 - Slide

Voorbereiden
Taalhandeling:
Informatie geven

Handige zinnen:

Om te beginnen ... had ze blond haar.
Daarnaast .... droeg ze een roze jas.
Bovendien ... had ze een groene pet op. 

Signaalwoorden: - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot
                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Slide 13 - Slide

Oefenen
Opdracht: Kijk samen naar de oefeningen. Denk na over de volgende vragen. Bedenk wat jullie zouden zeggen op het examen: 

- Wat is de taalhandeling (mening, advies, instructie, klagen, vragen, omschrijven, ...)?
- Welke handige woorden of zinnen kun je hier gebruiken?
- Welke signaalwoorden kun je hier gebruiken?

Klaar? Schrijf dan op wat jullie hebben bedacht. 


timer
15:00

Slide 14 - Slide

Antwoorden
Taalhandeling oefening 1: 

Een beleefde vraag stellen

Situatie

  • Het is een warme zomerdag, het is 30 graden en alle ramen in het lokaal staan open. Buiten staat een groepje met elkaar te kletsen, ze maken veel lawaai. 

Slide 15 - Slide

Antwoorden
Taalhandeling oefening 1: 

Een beleefde vraag stellen

Goed antwoord:

  • Zouden jullie een beetje stiller willen zijn? Ik kan de docent niet goed verstaan.

Slide 16 - Slide

Antwoorden
Taalhandeling oefening 2: 

Informatie geven

Situatie:

  • Je werkt in een verzorgingshuis waar je zorg draagt voor de bewoners en hun woonruimte. Je maakt zo nu en dan schoon of je doet iets leuks met de bewoners. De taken van vandaag waren ; wc schoonmaken, ramen wassen en een kopje koffie drinken met mevrouw Verspui.

Slide 17 - Slide

Antwoorden
Taalhandeling oefening 2: 

Informatie geven

Goed antwoord:

  • Eerst heb ik de wc schoongemaakt. Daarna heb ik de ramen gewassen en tot slot heb ik een kopje koffie gedronken met mevrouw Verspui.

Slide 18 - Slide

Antwoorden
Taalhandeling oefening 3:

Een mening geven

Situatie :

  • Je hebt een gesprek met de buurvrouw die op een basisschool werkt als leerkracht. Ze geeft aan dat de kinderen op school door Sint Maarten en Sinterklaas heel druk zijn. 

Slide 19 - Slide

Antwoorden
Taalhandeling oefening 3:

Een mening geven

Goed antwoord:

  • Volgens mij eten kinderen te veel snoep. Ik denk dat kinderen niet elke dag snoep, maar fruit moeten eten.

Slide 20 - Slide

Samen oefenen
Opdracht: We oefenen samen met een aantal spreekopdrachten uit het examen Spreken 
Tip: Maak het antwoord niet te lang als dat niet nodig is.

Slide 21 - Slide


Pauze

Slide 22 - Slide

Oefenen tot 15.20 uur
Opdracht: Oefen nu in groepjes met de spreekopdrachten van het examen Spreken 2022.

We bespreken om 15.20 uur samen de opdrachten.

Klaar? Werk dan even in je boek.

Slide 23 - Slide

Wat vind jij nog moeilijk bij spreken?

Slide 24 - Open question