6.3 Koolstofkringloop en Stikstofkringloop

Welk getal moet er op het vraagteken staan?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welk getal moet er op het vraagteken staan?

Slide 1 - Slide

6.3 - Koolstofkringloop en Stikstofkringloop

Slide 2 - Slide

Regels in de les
  1. Laptops op tafel
  2. Telefoons in de tas of in je broekzak.
  3. Tijdens de uitleg ben je stil en luister en doe je mee.
  4. Bij vaker waarschuwen heb ik een driestappenplan: 
uit elkaar, extra schrijfwerk en uiteindelijk later terugkomen.
5. Bij het huiswerk maken ben je de eerste 10 minuten stil bezig. 
Daarna kan je zachtjes overleggen.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

Slide 4 - Slide

Hoeveel verschillende koolstofhoudende stoffen zitten er in de koolstofkringloop? Noem ze.

Slide 5 - Open question

Leerdoelen
  1. Je kan het verschil tussen fotosynthese en verbranding uitleggen met koolstof en welke organismen in een voedselketen deze processen uitvoeren.
  2. Je kan uitleggen hoe stikstofverbindingen in een kringloop gaan.

Belangrijkste termen:
Verbranding, fotosynthese, koolstofkringloop, koolstofdioxide, glucose. stikstofkringloop, nitraat, ammonium/ammoniak, stikstofgas, eiwitten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Koolstofkringloop
De hoofdrolspelers:
  • Koolstofdioxide (CO2)
    -> Energiearm
    -> Wordt in planten omgezet tot glucose
     
  • Glucose (C6H12O6)
    -> Energierijk
    -> Wordt in alle organismen verbrand met zuurstof voor energie: andere eindproducten zijn koolstofdioxide en water. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is de grootst mogelijke koolstofkringloop?

Slide 10 - Open question

Stikstofkringloop
De hoofdrolspelers:
  • Nitraat (NO3)
    -> Energiearm
    -> Wordt in planten omgezet tot eiwitten
  • Eiwitten
    -> Nitraat + glucose vormt eiwitten in planten. Nadat planten opgegeten worden door dieren/reducenten maken ze hun eigen eiwitten. 
  • Ammonium/Ammoniak
    -> Bijna dezelfde stof: ammonium via bodem, ammoniak via lucht.
  • Stikstofgas (N2)
    -> Ammoniak in lucht verandert in stikstofgas.
    -> Kan door stikstofbindende bacteriën worden omgezet tot nitraat. 

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen ammonium en ammoniak?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat ga je nu doen?
Maak de volgende opdrachten:

6.3: 1 t/m 3, 5 t/m 7, 9


Weet je het niet? Gebruik de tekst of vraag het!
Eerste 10 minuten zijn jullie stil aan het werk.


timer
10:00

Slide 15 - Slide