klas 3 6 ed Ch ww op -re in présent en passé composé

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Salut!

Regel: stam (= werkwoord - re) + uitgang (-s, -s, -, -ons, -ez, -ent)

présent

j' attends

tu attends

il/ elle/ on attend

nous attendons

vous attendez

ils attendent

les verbes en -re 

attendre: 

présent

j' attends

tu attends

il attend

nous attendons

vous attendez

ils attendent

Les verbes au Passé Composé

-re: stam + u = attendu

ik heb gewacht= j'ai attendu

Oefenen in lessonup met le verbes en -re

De eerste 8 werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd,

daarna volgen werkwoorden in de 'passé composé'

elle (répondre)

ils (attendre)

je (perdre)

vous (vendre)

tu (entendre)

on (attendre)

nous (entendre)

Bij de volgende vervoegingen gebruik je de 'passé composé'

elle (heeft geantwoord)(répondre)

j'( heb verloren) (perdre)

nous (hebben gehoord) (entendre)

tu (hebt gewacht) (attendre)

vous (hebben verkocht) (vendre)

Jeu 

Je

Ils/elles

Vous

Nous

Il/elle/on

Tu

Verbes en        -er                         -re

Wat zijn de uitgangen in de présent?

-e

-ent

-ons

-s

-s

-ons

-es

-

-ez

-ent

-ez

-e

Verbes en re (exercice 1)

attendons

attends

attendent

attend

attends

attendez

j'

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

Verbes -re

Hij neemt

Ik geef terug

Zij ontspant

Jullie verdedigen

Wij verkopen

Il prend

Je rends

Elle se détend

Nous vendons

Vous défendez

I
Wat zijn de juiste
uitgangen van de imparfait?

Grammaire verbes -er / -ir / -re

1. ai, as, a ons, ez, ont
2. ais, ais, ait, ions, iez, aient
3. e, es, e, ons, ez, ent
4. a, ez, ont, ais, et

De stam van de werkwoorden op -RE vind je door -RE eraf te halen in de présent tijd.
(vendre - vend).

1. juist
2. onjuist

Zij hebben het boek teruggebracht
(rendre, ww op -re)

1. Elles ont rend le livre
2. Elles ont rendu le livre
3. Elles ont rendi le livre
4. Elles ont rendé le livre

In de passé composé: wat is de uitgang van de ww op -re?

1. é
2. i
3. u
4. eigen vorm

wat gebeurt er bij werkwoorden met re in de passé composé?

1. re wordt i
2. re wordt é
3. er gebeurt niks
4. re wordt u

werkwoorden op -re in de présent
Tu.............(vendre)

1. vends
2. vende
3. vend
4. vendes

werkwoorden op -re in de présent
Ils .............(perdre)

1. perds
2. perdent
3. perd
4. perdez

Welk onderdeel vind je het moeilijkst?

1. vocabulaire
2. phrases-clés (zinnen)
3. l'adjectif / bijvoeglijk naamwoord
4. les verbes en -re (werkwoorden op -re)