Ik kan uitleggen wat toegevoegde waarde is.
Ik kan de toegevoegde waarde van een product uitrekenen.
Ik kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt, voordat de consument het product kan kopen.
Ik kan de vier productiesectoren benoemen.
Ik kan bedrijven in de goede productiesector indelen.
Ik kan voorbeelden geven van beroepen die horen bij verschillende sectoren.