MOH - Leerjaar 2 - Periode 2 - Bijeenkomst ...

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

Deutsch

Was machen wir heute?

• Nieuwe reader - Zeitraum 2
• Kapitel 1 - die Basis der Grammatik 

Kapitel 1 - die Basis der Grammatik

• haben & sein
• Fragewörter
• die Zahlen
• Jahre & Monate
• Tage & Tageszeiten
• die Uhrzeiten
• schwache Verben
• voltooid deelwoord 

Kapitel 1 - die Basis der Grammatik

haben & sein

Weet je het rijtje van haben & sein nog?

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

bin

bist

ist

sind

seid

sind

haben & sein

	haben	sein
ich	habe	bin
du	hast	bist
er / sie / es	hat	ist
wir	haben	sind
ihr	habt	seid
sie / Sie	haben	sind

Wat is de vertaling van het woord:
WAS

Wat is de vertaling van het woord:
WO

Wat is de vertaling van het woord:
WOHER

Wat is de vertaling van het woord:
WOHIN

Wat is de vertaling van het woord:
WANN

Wat is de vertaling van het woord:
WELCHE

Wat is de vertaling van het woord:
WARUM

Wat is de vertaling van het woord:
WER

Wat is de vertaling van het woord:
WIE

Fragewörter

Nederlands	Duits
wie?	wer?
hoe?	wie?
wat?	was?
waar?	wo?
waar ... vandaan	woher?
waar ... naartoe	wohin?
wanneer?	wann?
welke?	welche?
waarom?	warum?

Aan de slag!

Probeer de volgende Aufgabe te maken!

Kapitel 1

Aufgabe 1 / 2 / 3                 haben & sein

Aufgabe 4 / 5                      Fragewörter

Aufgabe 6 / 7 / 8                die Zahlen

Nakijken

NAKIJKEN

Aan de slag!

Probeer de volgende Aufgabe te maken!

Kapitel 1

Aufgabe 9  / 11 / 13         Jahre und Monate

Aufgabe 12                        Lesefertigkeit

Aufgabe 14 / 15 / 16       die Uhrzeiten

Nakijken

NAKIJKEN

1

9

8

6

4

2

3

5

7

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

eins

zwei

drei

vier

fünf

sechs

sieben

acht

neun

zehn

zwanzig

elf

zwölf

dreizehn

vierzehn

fünfzehn

sechzehn

siebzehn

achtzehn

neunzehn

Hörfertigkeit

Aufgabe 10

die Großbuchstaben

In het Duits gebruik je vaker hoofdletters dan wij in het Nederlands gewend zijn. 

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

die Großbuchstaben

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

• Zelfstandige naamwoorden
• Maanden en dagen
• Windstreken
• Vrouw en man
• Vormen van persoonlijk voornaamwoord "Sie"
• Verenigingen
• Duits brief aanhef
• Feestdagen
• Landen en steden
• Eerste letter van een zin

Aan de slag!

Probeer de volgende Aufgabe te maken!

Kapitel 1

Aufgabe 17 / 18               die Großbuchstaben