Dag 6 - T9 - Uiterlijk - Roze

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk

Slide 1 - Slide

de mode
  • wat mensen in deze tijd leuk vinden; wat modern is, bijvoorbeeld kleding.
  • zin : Korte rokken zijn in de mode.
31

Slide 2 - Slide

de neus
  • met je neus kun je ruiken
  •  de neus -  de neuzen
  • zin: De man heeft een kleine neus.
  • zin: Als Pinokkio liegt, groeit zijn neus.
32

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

online
  • verbonden met het internet
  • zin: Zullen we chatten? Ik ben nu online
33

Slide 5 - Slide

het oor
  • met je oren kun je horen
  • het oor - de oren
  • zin: Zij draagt oorbellen in haar oren
34

Slide 6 - Slide

opletten
  • proberen alles te horen en te zien en te begrijpen
  • focus
  • werkwoord
  • ik let op -  wij letten op 
  • zin: Tijdens de les moet je goed opletten.
35

Slide 7 - Slide

het overhemd
  • een bloes voor mannen
  • het overhemd -  de overhemden
  • zin: Hij heeft een nieuw overhemd gekocht. 
36

Slide 8 - Slide

31
timer
1:30
Wat is er nu in de mode?

Slide 9 - Mind map

Wij werken nu:
33
A
opletten
B
online
C
niet
D
prachtig

Slide 10 - Quiz

Waar kan ik mee horen?
en
Waar kan ik mee ruiken?
34
A
Met mijn oog. Met mijn neus.
B
Met mij oor. Met mij neus.
C
Ik hoor met mijn oor. Ik ruik met mijn neus.
D
Met ogen. Met oren.

Slide 11 - Quiz

Wat is goed?
Het werkwoord is: opletten
35
A
Wij letten allemaal op.
B
Let op!
C
Hij let niet op!
D
Jullie moeten goed opletten!

Slide 12 - Quiz

Maak een goede zin:
werkwoord: dragen /overhemd / Mijn broer / . / een
36

Slide 13 - Open question