16-03 : Demonstrative pronouns

TODAY
Demonstrative pronouns
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TODAY
Demonstrative pronouns

Slide 1 - Slide

What are demonstrative pronouns ?

Slide 2 - Open question

Which demonstrative pronouns do you know ?

Slide 3 - Open question

Demonstrative pronouns:
>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Slide 4 - Slide

Demonstrative pronouns:
> this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord : this apple
> these = dichtbij en meerdere : these apples

> that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord : that bag 
> those = ver af en meerdere : those bags 

Slide 5 - Slide

om dingen ver weg aan te wijzen gebruik je:
A
this / those
B
this / that
C
this / these
D
that/ those

Slide 6 - Quiz

om één ding dichtbij aan te wijzen gebruik je
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 7 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 11 - Quiz

I like ____ flowers, not these.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 12 - Quiz

......pencil over there is green.
A
This
B
Those
C
That
D
These

Slide 13 - Quiz

Look at ....man over there
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 14 - Quiz

Is ... umbrella over there yours?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 15 - Quiz

What's in .......... bottles over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 16 - Quiz

Dichtbij en meervoud
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 17 - Quiz

I think I understand how
demonstrative pronouns work.
A
Strongly agree
B
Agree
C
Disagree
D
Strongly disagree

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link