This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Kijk samen met je buurman/ buurvrouw de opdrachten na!
Als je klaar bent ga je in stilte par. 3.3 lezen!
Romeinen onderwierpen ook de joden in Judea (Israël/Palestina).
De joden geloofden in één almachtige god. De joodse godsdienst was monotheïstisch.Volgens de Bijbel trok rond 30 n.C. in Judea de joodse prediker Jezus van Nazareth rond.
De Romeinen kruisigden hem.De volgelingen van Jezus, christenen, stichtten een
nieuwe godsdienst: het christendom.
De verhalen over Jezus staan in het heilige boek van de christenen: de Bijbel.
Net als de joden geloofden christenen in één God. Christenen weigerden de Romeinse goden en de keizer te vereren.
Ook waren de christenen niet tolerant tegenover het polytheïsme van de Romeinen en probeerden ze actief mensen te bekeren.
Ze werden daarom vervolgd. Toch werden steeds meer mensen christen!
Na "de droom van Constantijn" in 312
kregen in 313 de christenen
godsdienstvrijheid.
In 380 maakte keizer Theodosius het
christendom staatsgodsdienst.
Bestuurders moesten christen zijn.
Andere godsdiensten werden 12 jaar later verboden.
De kerk verdeelde het rijk in kerkprovincies onder leiding van bisschoppen.
De bisschop van Rome, de paus, werd de leider van de kerk.
Nog steeds leidt de paus de rooms-katholieke kerk.
Kerk: (1) christelijk gebedshuis, (2) organisatie van christenen.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.