Le verbe ETRE au présent de l´indicatif (in de tegenwoordige tijd)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat weet je al over het ww (être)?

Wat is de Nederlandse betekenis van het ww (être)?

être

=

 zijn

Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je

es

sont

est

êtes

sommes

suis

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Mathis et Léna ...... dans la bibliothèque.)

1. ont
2. son
3. ssont
4. sont

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Tu ....... en vwo/havo/mavo 1.)

1. ai
2. è
3. es
4. est

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Vous ....... la prof de français?)

1. êtez
2. êtes
3. est
4. ête

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Nous ...... en classe.)

1. sommes
2. som
3. sont
4. avons

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Je ...... à la cantine.)

1. es
2. ai
3. suis
4. sont

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Madame la directrice ...... au collège.)

1. a
2. est
3. etre
4. ès

Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(On ....... libre, l´ecole est terminée.)

1. ont
2. a
3. est
4. sommes

Wat is de vertaling van (het is)?

1. c´est
2. ce sont
3. zè
4. etre

Wat is de vertaling van (het zijn)?

1. sommes
2. ce
3. c´est sont
4. ce sont

zijn

=

être

Sleep de juiste vorm van zijn naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

hij/zij

wij

jullie/u

zij

jij

ik

bent

zijn

is

zijn/bent

zijn

ben

ETRE

AVOIR

je suis 

tu as

ik heb

zij hebben

wij zijn

vous êtes

vous avez

zij is

jullie hebben

ils sont

tu es

j'ai

ils ont

nous sommes

jij bent

nous avons

zij zijn 

jij hebt

jullie zijn

elles ont

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?

😒🙁😐🙂😃