This lesson contains 12 slides, with text slides.
Elke dia heeft een vraag/stelling.
Je kunt kiezen uit A, B of C.
Ga staan bij de letter van je keuze.
Je hebt 15 seconden de tijd!
Per goede vraag verdien je een punt.
A: Een mantelpakje of een kostuum.
B: Een spijkerbroek met een net T-shirt en stevige schoenen.
C: Een trainingspak.
A: Tjemig hé, dat bedrijf van jullie is echt niet te vinden!
B: Sorry hoor, maar iedereen is toch wel eens te laat!
C: Mijn excuses dat ik te laat ben, maar er was een ongeluk gebeurd en daarom stond de bus vast.
A: Je zet meteen je telefoon uit en je biedt je excuses aan.
B: Je neemt je telefoon op en vraagt aan de beller of je zo terug kan bellen.
C : Je ziet dat het je vriend is, en je loopt de kamer uit om te praten.
A: Je zegt niets....
B: Je lacht hem uit en zegt dat hij die baan wel kan vergeten.
C: Je zegt dat hij beter even zijn haar kan kammen.
A: Je vindt het leuk om te kletsen met allerlei klanten en jouw collega's. Als het rustig is, kun je lekker snapchatten en gamen.
B: Je vindt het leuk om klanten te ontvangen en te helpen. Je kunt goed telefoneren. Je werkt netjes en precies.
C: Je vindt bellen het leukste wat er is, het is jouw hobby!
A: Klopt het dat ik maar €5 per uur ga verdien? Dat vind ik echt veel te weinig!
B: Zou u mij kunnen vertellen hoeveel het maandsalaris voor deze functie gaat zijn?
C: Voor minder dan €10 per uur kom ik mijn bed niet uit!